4 Taal, denken en schoonheid in de polis - 2 goden
1 / 37
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
In welk tijdvak situeren we het oude Griekenland?
A
de prehistorie
B
het oude Nabije Oosten
C
de klassieke oudheid
D
de middeleeuwen
Slide 2 - Quiz
Wat is de begin- en einddatum van de klassieke oudheid?
Slide 3 - Open question
Tot welk domein behoorde de eerste les: Leven en werken in de polis
A
cultuur
B
economie
C
sociaal
D
politiek
Slide 4 - Quiz
Tot welk domein behoorde de tweede les: Taal, denken en schoonheid in de polis
A
cultuur
B
economie
C
sociaal
D
politiek
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Hoe is de melkweg ontstaan?
Slide 9 - Open question
de verklaring voor dit verhaal komt vanuit...
A
wetenschap
B
mythe
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
Hoe is de melkweg ontstaan?
Slide 12 - Open question
de verklaring voor dit verhaal komt vanuit...
A
wetenschap
B
mythe
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
MYTHE
GEEN MYTHE
FEITEN
GELOOF
GODEN
ONDERZOEKEN
VERHAAL
WETENSCHAP
NATUURVERSCHIJNSELEN
Slide 15 - Drag question
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Welke woorden
begreep je niet?
begreep je niet?
Slide 18 - Mind map
De Grieken aanbaden...
A
1 god
B
meerdere goden
Slide 19 - Quiz
We noemen dat...
A
polytheïsme
B
monotheïsme
Slide 20 - Quiz
De Grieken omschreven de goden
A
als dieren
B
als mensen
Slide 21 - Quiz
De goden waren volgens de Grieken
A
onsterfelijk
B
sterfelijk
Slide 22 - Quiz
Ze hadden volgens de Grieken...
A
enkel menselijke krachten
B
bovenmenselijke krachten
Slide 23 - Quiz
Ze gedroegen zich volgens de Grieken...
A
altijd voorbeeldig
B
even wisselvallig als mensen
Slide 24 - Quiz
De Grieken geloofden dat de goden hen...
A
konden beïnvloeden
B
niet konden beïnvloeden
Slide 25 - Quiz
De Grieken geloofden dat ze zelf de goden...
A
konden beïnvloeden
B
niet konden beïnvloeden
Slide 26 - Quiz
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Wat is polytheïsme?
Slide 33 - Open question
Wie was de oppergod van de Grieken?
Slide 34 - Open question
De goden gedroegen zich volgens de Grieken...
A
altijd voorbeeldig
B
even wisselvallig als mensen
Slide 35 - Quiz
De Grieken geloofden dat ze zelf de goden...
A
konden beïnvloeden
B
niet konden beïnvloeden
