H3.1 Eerste Wereldoorlog

1 / 46
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 46 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

lezen blz.133
maken opdrachten 2 t/m 5

SO H2.4 (blz. 100 t/m 108)

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?

1. Kort filmpje (Oorzaken WO-1 (4.40 min)
2. Nakijken opdr. 2 t/m 5
3. Leerdoelen 
4. Opschrijven huiswerk

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Opdracht-2a
In de leertekst staan vier oorzaken van de Eerste Wereldoorlog.
Onderstreep in de leertekst vier zinnen die elk één oorzaak samenvatten.

Slide 5 - Slide

Opdracht-2
In de leertekst staan vier oorzaken van de Eerste Wereldoorlog.
Onderstreep in de leertekst vier zinnen die elk één oorzaak samenvatten.

Slide 6 - Slide

Opdracht-2b
Hieronder zie je vier oorzaken van de Eerste Wereldoorlog en vier beschrijvingen. Maak de juiste combinaties.

Slide 7 - Slide

Opdracht-2b
Hieronder zie je vier oorzaken van de Eerste Wereldoorlog en vier beschrijvingen. Maak de juiste combinaties.

Slide 8 - Slide

Opdracht-3a
Maak de zinnen kloppend.
In fabrieken konden grote hoeveelheden producten, zoals wapens, gemaakt worden. Dat heet massaproductie / is een wapenwedloop. Dit was een culturele / economische / politieke / sociale verandering ten opzichte van de tijd vóór de industrialisatie.

Slide 9 - Slide

Opdracht-3b
Om welke reden gingen veel Europese landen zich rond 1900 bewapenen?
Bijvoorbeeld: 
  1. Ze wilden koloniën veroveren. 
  2. Doordat hun buurland zich bewapende, voelden ze zich bedreigd.

Slide 10 - Slide

Opdracht-3c
Wat vind jij: als jouw land steeds meer wapens heeft, zorgt dat dan voor meer of juist voor minder veiligheid?
Eigen antwoord, bijvoorbeeld: 
  • voor meer veiligheid, want zonder een leger of goede wapens kunnen andere landen jouw land zo verslaan. 
  • Voor minder veiligheid, want jouw buurlanden zullen zich bedreigd voelen en zo ontstaat er mogelijk een conflict.

Slide 11 - Slide

Opdracht-4a
Schrijf in het schema bij elk bondgenootschap welke drie landen erbij hoorden.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Opdracht-4b
Wat is een voordeel van een bondgenootschap?
  1. Als je bondgenoten hebt, durft een land je minder snel aan te vallen. 
  2. In geval van nood kun je rekenen op hulp van je bondgenoten.

Slide 14 - Slide

Opdracht-4c
Bedenk ook waarom een bondgenootschap juist gevaarlijk kan zijn.
  • Als één land aangevallen wordt, moeten bondgenoten dat land helpen en kan er meteen een grote oorlog ontstaan.
  • Het land wordt betrokken bij een oorlog waarvan zij geen deel wilt uitmaken.

Slide 15 - Slide

Opdracht-5a
Leg met bron 2 uit dat de Eerste Wereldoorlog een wereldoorlog was.
  • Het was een wereldoorlog, want ook soldaten uit gebieden
buiten Europa, uit de koloniën, vochten mee.

Slide 16 - Slide

Opdracht-5b
Frankrijk en Groot-Brittannië hadden veel koloniën. Leg uit waarom dat in de Eerste Wereldoorlog voor die twee landen een voordeel was.
  • Mensen uit de koloniën konden meevechten tegen de vijand.
  • De Fransen en Britten hadden zo meer soldaten. 
  • Door de koloniën hadden ze grondstoffen waarmee ze wapens konden maken.

Slide 17 - Slide

Leerdoel: 'Het verloop van de oorlog'
Je kunt beschrijven hoe de Eerste Wereldoorlog verliep in het oosten en in het westen.
In het oosten van Europa veroverden de legers van de centralen grote gebieden van Rusland.
In het westen, in België en Noord-Frankrijk, kwam de Duitse opmars tot stilstand. De Duitse soldaten moesten zich kunnen verdedigen en groeven daarom loopgraven.
blz.135

Slide 18 - Slide

blz. 135

Slide 19 - Slide

Leerdoel: 'Duitsland verliest'
Je kunt twee redenen noemen waarom Duitsland de Eerste Wereldoorlog verloor.
Met één grote aanval wilden de Duitse generaals de geallieerden verslaan (in het westen). Die aanval mislukte.
Er was een tekort aan wapens, munitie en voedsel, en aan mannen die konden vechten. Daarbij kwam dat de Verenigde Staten in 1917 ook de oorlog aan Duitsland hadden verklaarden.
blz. 137-138

Slide 20 - Slide

blz. 137-138

Slide 21 - Slide

Huiswerk
SO H2.4

H3.1 Eerste Wereldoorlog
lezen blz. 135 t/m 137
maken opdrachten opdr. 6 t/m 10

Slide 22 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Korte video over 'loopgraven'.
  • Nakijken H3.1 opdrachten 6 t/m 10
  • Huiswerk opschrijven
  • Leerdoel 3.2 (De Russische Revolutie)

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Slide

Opdracht-6a
Gebruik bron 2 in de oriëntatie en de leertekst. Maak de zinnen kloppend.
In het oosten vochten Duitsland en Oostenrijk-Hongarije tegen ....
In het westen vocht Duitsland tegen ...., .... en ....
  • In het oosten vochten Duitsland en Oostenrijk-Hongarije tegen Rusland. In het westen vocht Duitsland tegen Frankrijk, Groot-Brittannië en België.

Slide 26 - Slide

Opdracht-6b
Gebruik zo nodig een woordenboek. Geef telkens een omschrijving van het schuingedrukte woord.
– Er waren twee fronten: de gebieden waar legers met elkaar vochten.
– De Duitse opmars: oprukken (van het leger).
Gesneuvelde soldaten: omgekomen tijdens de strijd.
– Soldaten bewapenen: voorzien van wapens / wapens geven.

Slide 27 - Slide

Opdracht-6c
Duitsland vocht op twee fronten. Leg dat uit.
  • Duitsland vocht in het oosten tegen Rusland en in het westen tegen Frankrijk, Groot-Brittannië en België. 
Ook Oostenrijk-Hongarije vocht op twee fronten. In het oosten tegen Rusland en in het zuiden tegen Servië en later Italië.

Slide 28 - Slide

Opdracht-6d
Noem een verschil in de situatie aan het oostfront en aan het westfront.
  • In het oosten werden grote gebieden veroverd, maar in het westen werd er nauwelijks terrein veroverd. Daar kwam het front tot stilstand en ontstond een loopgravenoorlog.
leerdoel!

Slide 29 - Slide

Opdracht-7a
Met welke nieuwe wapens werd tijdens de Eerste Wereldoorlog gevochten? Noem er twee.
Bijvoorbeeld: 
  • sterkere kanonnen
  • mitrailleurs
  • gifgas
  • tanks en zeppelins.

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Opdracht-7b
Door welke ontwikkeling was de massaproductie van wapens voor het eerst mogelijk?
A Door de industriële revolutie.
B Door de opkomst van het socialisme.
C Door het modern imperialisme.
D Door het nationalisme.

Slide 32 - Slide

Opdracht-7c
Vanwege de oorlog bemoeiden de regeringen zich veel met de economie. Waarom deden ze dat? Maak de juiste combinaties.

Slide 33 - Slide

Opdracht-8a
Maak de zinnen kloppend.
Adolf Hitler was negatief / positief over het uitbreken van de oorlog. In 1914 / 1918 dachten veel mensen zo over de oorlog.
  • Adolf Hitler was negatief / positief over het uitbreken van de oorlog. In 1914 / 1918 dachten veel mensen zo over de oorlog.

Slide 34 - Slide

Opdracht-8b
Bedenk een verklaring voor de gevoelens van Hitler.
  • Hij dacht waarschijnlijk dat de oorlog snel gewonnen zou zijn, omdat het Duitse volk heel sterk was en het leger sterke wapens had. 
  • Hij wilde zijn dapperheid bewijzen in de oorlog.

Slide 35 - Slide

Opdracht-8c
Gebruik bron 5. Maak de zin kloppend.
Deze bron komt uit het begin / einde van de Eerste Wereldoorlog, want toen .......
  • Deze bron komt uit het begin / einde van de Eerste Wereldoorlog, want toen was duidelijk dat de strijd zwaar was en dat veel soldaten doodgingen.

Slide 36 - Slide

Opdracht-9a
Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger naar later.
A Amerikaanse soldaten vechten in Frankrijk en België tegen Duitsland.
B Duitsland en Rusland sluiten een wapenstilstand.
C Duitsland raakt in oorlog met Frankrijk, Groot-Brittannië en Rusland.
D Duitsland sluit een wapenstilstand met Frankrijk, Groot-Brittannië en de VS.
De juiste volgorde is: 
  • C, B, A, D.

Slide 37 - Slide

Opdracht-9b
Om welke reden was de wapenstilstand tussen Duitsland en Rusland een nadeel voor de geallieerden?
  • Door de wapenstilstand hoefden de Duitsers alleen nog maar in het westen te vechten; ze hoefden hun leger niet meer te verdelen over twee fronten.

Slide 38 - Slide

Opdracht-9c
Om welke reden was de oorlogsverklaring van de Verenigde Staten voor de geallieerden een voordeel?
  • Daardoor gingen de Verenigde Staten meevechten tegen Duitsland en kregen de geallieerden hulp van verse troepen.

Slide 39 - Slide

Opdracht-9d
De centralen werden in 1918 verslagen. Wat zijn de twee oorzaken van het verlies van de centralen?
A De loopgraven beschermden niet tegen de nieuwe Amerikaanse wapens.
B De Verenigde Staten gingen meevechten in de oorlog.
C De verplaatsing van de Duitse soldaten naar het westen mislukte.
D Duitsland had te weinig wapens, munitie, voedsel en soldaten.
E Rusland hield op met oorlog voeren en sloot een wapenstilstand.
Leerdoel!

Slide 40 - Slide

10a

Slide 41 - Slide

10b

Slide 42 - Slide

10c

Slide 43 - Slide

Huiswerk

H3.2 Rusland wordt communistisch
opdrachten 2, 3 + 4

Slide 44 - Slide

H3.2 'De Russische Revolutie'
Je kunt drie oorzaken van de Russische Revolutie noemen.
Ten eerste was de macht ongelijk verdeeld: de keizer had alle
macht. Boeren, arbeiders en andere burgers hadden geen inspraak in het bestuur.
Ten tweede was er een groot verschil tussen rijk en arm.
Ten derde: De Eerste Wereldoorlog verliep heel slecht voor de Russen.

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide