3.3 Geloven en weten

3.3 Geloven en weten
1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3.3 Geloven en weten

Slide 1 - Slide

Planning
Lesdoelen
Terugblik 3.2
Uitleg 3.3
Opdrachten 3.3

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
in deze paragraaf leer je:
  • Hoe belangrijk goden waren in het leven van de Grieken.
  • Welke culturele eenheid er was onder de Grieken.
  • Hoe Griekse wetenschappers gingen denken en onderzoeken.
Kenmerkend aspect: burgerschap en wetenschappelijk denken in de Griekse stadstaat.

Slide 3 - Slide

Terugblik 3.2:
Controle: Hoe goed ken je de verschillende bestuursvormen?
Bespreken huiswerkopdrachten

Slide 4 - Slide

Onafhankelijk
Tiran

Democratie

Aristocratie

De Grieken bestuurden en beslisten over zichzelf
Een regering met een groep aanzienlijke mensen
Het systeem waarbij het volk (deel) beslistt
Iemand, die op een onwettige manier de alleenheerschappij krijgt

Slide 5 - Drag question

De goden leken veel op mensen. Ze hebben menselijke kenmerken en daarnaast handelden ze ook vaak menselijk (gingen vreemd)

Slide 6 - Slide

Goden en Mensen
De Grieken hadden Polytheistische godsdienst. Net als de Egyptenaren geloofden de Grieken in meerdere goden. 

Voor elk (natuurs)verschijnsel was een god
Poseidon --> God van de zee
Aphrodite --> Godin van de liefde 

Slide 7 - Slide

Goden en mensen:
Om de goden tevreden te houden bouwden de Grieken tempels en organiseerden ze sportwedstrijden. Ook vroegen de Grieken vaak advies aan de goden in een Orakel
Ze brachten offers bij een altaar

Slide 8 - Slide

Tempels en orakels
Orakel: plaats waar je de goden om advies kunt vragen.
tempel: gebouw waar je de goden kunt vereren. (bijv. door te offeren op het altaar)


Slide 9 - Slide

Culturele Eenheid
De Grieken vonden zichzelf heel wat. Andere culturen die geen Grieks spraken werden barbaren genoemd. 

Ook al waren de Griekse stadstaten onafhankelijk en verschillend, de Grieken voelden zich toch één volk. 
Ze spraken dezelfde taal, 
aanbeden dezelfde goden 
en hadden hetzelfde schrift. 

Slide 10 - Slide

Hoe noemen de Grieken volken met een minder ontwikkelde cultuur dan hun eigen?
A
Mafkezen
B
Heidenen
C
Barbaren
D
Ketters

Slide 11 - Quiz

Griekse mythen (goden verhalen)
Sagen (heldenverhalen)
Legenden (wonderlijke verhalen)

Slide 12 - Slide

Onderzoekers en Denkers
Vanaf de 6e eeuw v.Chr. waren Grieken die niet meer in
de mythische verklaringen voor verschijnselen
geloofden.

Door nauwkeurig onderzoek en logisch denken proberen ze
natuurlijke verschijnselen te verklaren.


Hippocrates: biologische oorzaak van ziektes

Herodotus: ‘vader van de Geschiedschrijving’
Pythagoras & Archimedes: Wis- en natuurkundige wetten

De Grieken noemen deze wetenschappers Filosofen . 
Filosofie: alle wetenschappen in de tijd van de Grieken

Slide 13 - Slide

Liefde voor de wetenschap:
  • Grieken willen de wereld om zich heen verklaren.
  • In mythen vinden ze niet alle antwoorden.
  • heel precies dingen bestuderen en goed nadenken.
  • wetenschap

Slide 14 - Slide

Liefde voor de wijsheid:

  • Nadenken over grote levensvragen.
  • Filosofie : vriend (filos) van de wijsheid (sofia)
  • Sokrates, Plato, Arestoteles.


Filosofie: alle wetenschappen in de tijd van de Grieken

Slide 15 - Slide

Liefde voor de wijsheid
Voor Socrates was filosofie een zoektocht naar de waarheid.

Plato: Kennis ontstaat door nadenken en niet door kijken.
Aristoteles: Wetenschappers moeten zorgvuldig kijken en daarna juiste,
logische conclusies trekken.

Slide 16 - Slide

Aan de slag
Opdrachten maken van 3.3
Af? - eerst 3.1 + 3.2 afmaken
Dan kan je beginnen aan 3.4

Slide 17 - Slide