What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Trede 10 Présent werkwoorden op -er, être, avoir, faire, aller
Trede 10 -
Présent
(werkwoorden op -er,
être, avoir, aller, faire)
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Trede 10 -
Présent
(werkwoorden op -er,
être, avoir, aller, faire)
Slide 1 - Slide
Regelmatige ww op -er
De meeste werkwoorden in het Frans eindigen op
-ER
.
Bijvoorbeeld:
danser
travailler
donner
Bijna al deze werkwoorden worden op dezelfde manier vervoegd. Dit noemen we de regelmatige werkwoorden op-er.
Slide 2 - Slide
De stam
De stam van het werkwoord maak je door
-ER
van het hele werkwoord af te halen. Later plak je hier de uitgangen achter...
Bijvoorbeeld:
parler --> parl
danser --> dans
Slide 3 - Slide
je (ik)
+ e
tu (jij)
+ es
il (hij)
+ e
elle (zij)
+ e
on (men/we)
+ e
nous (wij)
+ ons
vous (jullie/u)
+ ez
ils (zij, mnl)
+ ent
elles (zij, vrl)
+ ent
UITGANGEN
van de
werkwoorden
op
-ER
Slide 4 - Slide
De uitgangen van regelmatige werkwoord op -er
Slide 5 - Slide
Sleep de uitgangen naar de juiste plek!
Je
Tu
Il
Nous
Vous
Ils
E
ES
E
ONS
EZ
ENT
Slide 6 - Drag question
donner - tu ...
A
donner
B
donne
C
donnes
D
donnons
Slide 7 - Quiz
demander - nous ...
A
demandez
B
demandent
C
demandons
D
demande
Slide 8 - Quiz
manger - je ...
A
manger
B
mangez
C
manges
D
mange
Slide 9 - Quiz
parler - vous ...
A
parlez
B
parlons
C
parlent
D
parle
Slide 10 - Quiz
danser - elle ...
A
dansons
B
danses
C
danse
D
dansez
Slide 11 - Quiz
je -parler
Slide 12 - Open question
nous - marcher
Slide 13 - Open question
ils - danser
Slide 14 - Open question
elle - habiter
Slide 15 - Open question
tu - regarder
Slide 16 - Open question
Slide 17 - Slide
être - tu ...
A
suis
B
es
C
est
D
as
Slide 18 - Quiz
avoir - je ...
A
je suis
B
je avoir
C
j'ai
D
je as
Slide 19 - Quiz
faire - vous ...
A
faisons
B
faites
C
fait
D
fais
Slide 20 - Quiz
aller - elle ...
A
vas
B
allez
C
allons
D
va
Slide 21 - Quiz
Ik ken de regel om regelmatige werkwoorden op -er te vervoegen.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 22 - Poll
je -faire
Slide 23 - Open question
nous - être
Slide 24 - Open question
ils - avoir
Slide 25 - Open question
elle - aller
Slide 26 - Open question
Maak de zin ontkennend:
Nous parlons français.
Slide 27 - Open question
Maak de zin ontkennend:
Il aime le chocolat
Slide 28 - Open question
Maak de zin ontkennend:
C'est difficile.
Slide 29 - Open question
Maak de zin ontkennend:
Mes parents travaillent au restaurant.
Slide 30 - Open question
Maak de zin ontkennend:
Julie habite à Vorden.
Slide 31 - Open question
Ik kan zinnen ontkennend maken.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 32 - Poll
More lessons like this
Trede 10 Présent werkwoorden op -er, être, avoir, faire, aller
September 2023
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
4H werkwoorden en tijden Unité 1
September 2023
- Lesson with
46 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3,4
4v werkwoorden en tijden
May 2023
- Lesson with
44 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
H2 - les verbes
April 2024
- Lesson with
39 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
3 HA onregelmatige werkwoorden 1
September 2023
- Lesson with
38 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3,4
2hv Werkwoorden toets
April 2024
- Lesson with
33 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
4v werkwoorden en tijden
September 2023
- Lesson with
43 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
klas4: werkwoorden en tijden
September 2023
- Lesson with
45 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4