Leertaak 1 H6 Reactiesnelheid en reactiesnelheid vergelijken 3M

Wanneer is een reactievergelijking kloppend....
A
als het aantal atomen van elke atoomsoort voor en na de reactie NIET aan elkaar gelijk zijn.
B
als het aantal atomen van elke atoomsoort voor en na de reactie aan elkaar gelijk zijn.
1 / 13
next
Slide 1: Quiz
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Wanneer is een reactievergelijking kloppend....
A
als het aantal atomen van elke atoomsoort voor en na de reactie NIET aan elkaar gelijk zijn.
B
als het aantal atomen van elke atoomsoort voor en na de reactie aan elkaar gelijk zijn.

Slide 1 - Quiz

Vooraf aan deze les...
Je bekijkt het filmpje waarin de uitleg staat over het principe reactiesnelheid en welke factoren daarop van invloed zijn.
Daarna kijk je naar de volgende slides en maak je de vragen die daarbij horen.
Tot slot lees je de tekst van paragraaf 6.1 en 6.2 en maak je de opgaven.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Reactiesnelheid meten:
- Hoe je de opstelling hiernaast maakt lees je in bron 2 van p. 125.
- Als er een gas ontstaat kun je de hoeveelheid gas opvangen en meten.
- Je kunt dan met behulp van de dichtheid van die stof, de massa berekenen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Reactiesnelheid vergelijken
- hoeveelheid gas meten (met de opstelling op p.125)
- de massa van een gas berekenen (met de dichtheid)
- reactietijden vergelijken (aan de hand van de factoren die invloed hebben op de reactiesnelheid)

Slide 6 - Slide

Lezen en maken paragraaf 6.1 en 6.2
Je leest nu paragraaf 6.1 en 6.2 door en dan maak je de opgaven.
Bij elke deelvraag van de paragrafen horen vragen.
De deelvragen zijn dik gedrukt in de tekst. Die zie je ook terug bij de opgaven.

Slide 7 - Slide

Wat gebeurt er met de reactiesnelheid als je de beginstoffen in een bak met ijswater zet?
A
Reactiesnelheid gaat omhoog
B
Reactiesnelheid blijft gelijk
C
Reactiesnelheid gaat omlaag

Slide 8 - Quiz

Welke van onderstaande factoren beïnvloedt NIET de reactiesnelheid?
A
Concentratie
B
Katalysator
C
Temperatuur
D
Volume

Slide 9 - Quiz

Waar is de reactiesnelheid het hoogst?
Waar is de reactiesnelheid het laagst?

Slide 10 - Drag question

Paragraaf 6.1 - opgave 10
Je maakt een foto van de ingevulde opgave en plaatst hem hier

Slide 11 - Open question

Paragraaf 6.2 - opgave 7
Je maakt een foto van de ingevulde opgave en plaatst hem hier

Slide 12 - Open question

Volgende les...
Volgende les ligt de nadruk op de essentie van een schemische reactie.
Het feit dat de massa voor en na de reactiepijl niet veranderd.
Maar hoe komt dat nu?
En hoe kunnen wij dat berekenen?

Slide 13 - Slide