This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Wat is een stuitligging?
A
het kindje komt eerst met het kontje naar buiten.
B
het kindje komt eerst met het hoofdje naar buiten
Slide 9 - Quiz
In welke fase komt het kindje door de vagina naar buiten?
A
ontsluiting
B
uitdrijving
C
nageboorte
Slide 10 - Quiz
Waarom zit een embryo met de navelstreng vast aan de placenta?
A
Deze beschermt het embryo tegen stoten, uitdrogen en wisseling van temperatuur .
B
om het bloed uit te wisselen met de moeder.
C
Hierdoor stromen voedingstoffen naar het toe. Afvalstoffen gaan van embryo naar placenta.
D
Om gehecht te raken aan de moeder.
Slide 11 - Quiz
Hoe ligt een kind meestal vlak voor de geboorte?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 12 - Quiz
Welke fase van de geboorte zie je op de afbeelding?
A
weeën
B
nageboorte
C
ontsluiting
D
uitdrijving
Slide 13 - Quiz
Hoe noemen we het kind na twaalf weken zwangerschap?
A
Baby
B
Foetus
C
Embryo
D
Blastula
Slide 14 - Quiz
Zet in de juiste volgorde: 1. uitdrijving 2. ontsluiting 3. nageboorte 4. innesteling
A
1 - 2 - 4 - 3
B
4 - 1 - 2 - 3
C
4 - 2 - 1 - 3
D
2 - 1 - 4 - 3
Slide 15 - Quiz
1. Vruchtvliezen zijn vliezen om het embryo en vruchtwater heen. 2. De functie van de vruchtvliezen: Zij beschermen het embryo tegen uitdroging, stoten en wisselingen in temperatuur
A
1 waar
2 nietwaar
B
1 nietwaar
2 waar
C
beide waar
D
beide nietwaar
Slide 16 - Quiz
1. Placenta: Deel van de baarmoederwand waar bloed in bloedvaten van het embryo vlak langs het bloed van de moeder stroomt.
2. Functie van de placenta: Het embryo neemt hieruit voeding en zuurstof op