2.4 deel II en 2.5

1 / 16

Slide 1: Slide

WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Lesson duration is: 80 min

Items in this lesson

2.4 deel II en 2.5

Slide 1 - Slide

Toets plannen

2e les na de herfstvakantie

Slide 2 - Slide

Vermenigvuldigen met negatieve getallen

* Positief x positief = positief 2 * 4 = 8

* Positief x negatief = negatief 2 * -4 = -8

* Negatief x positief = negatief -2 * 4 = -8

* Negatief x negatief = positief -2 * -4 = 8

Slide 3 - Slide

Vermenigvuldigen met negatieve getallen

* Positief : positief = positief 4 : 2 = 2

* Positief : negatief = negatief 4 : -2 = -2

* Negatief : positief = negatief -4 : 2 = -2

* Negatief : negatief = positief -4 : -2 = 2

Slide 4 - Slide

Opdrachten

1. Maak de testopgave van bladzijde 105

Klaar?

Kijk na via SomToday

2. Maak de opgaven volgens je leerroute t/m bladzijde 107

3. Ga naar breuken.nl en oefen daar met breuken

Slide 5 - Slide

Tussenstappen!

-5 - - 4 + 3

(2 + (9-2)) * 3

Slide 6 - Slide

Breuken

1 : 2 = 0,5

Teller

Noemer

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} =

Slide 7 - Slide

Vereenvoudingen en helen eruit halen

\frac{​ 8 ​ ​}{​ 1 2 ​} = \frac{​ 4 ​ ​}{​ 6 ​} = \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​}

\frac{​ 1 2 ​ ​}{​ 5 ​} = 2 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​}

Slide 8 - Slide

Oefenen

Vereenvoudigen en helen eruit halen

\frac{​ 3 5 ​ ​}{​ 2 5 ​} =

\frac{​ 9 2 ​ ​}{​ 1 0 ​} =

Slide 9 - Slide

Gelijknamige breuken optellen en aftrekken

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 5 ​} + \frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​} = \frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 9 ​} - \frac{​ 2 ​ ​}{​ 9 ​} = \frac{​ 3 ​ ​}{​ 9 ​}

Slide 10 - Slide

Optellen en aftrekken met helen en breuken

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 5 ​} = \frac{​ 1 6 ​ ​}{​ 5 ​}

8 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 5 ​} - 3 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} = \frac{​ 4 1 ​ ​}{​ 1 0 ​} - \frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 0 ​} = \frac{​ 3 4 ​ ​}{​ 1 0 ​} = 3 \frac{​ 4 ​ ​}{​ 1 0 ​} = 3 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​}

Slide 11 - Slide

Oefenen

optellen en aftrekken breuken

\frac{​ 9 ​ ​}{​ 1 0 ​} - \frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 0 ​} =

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​} + \frac{​ 4 ​ ​}{​ 5 ​} =

2 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 5 ​} - 1 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​} =

Slide 12 - Slide

Opdrachten maken

Maak de testopgave blz 105, 109 en 112

opdrachten 65, 66, 69, 77, 79, 86 en 87

Slide 13 - Slide

Niet gelijknamige breuken optellen en aftrekken

Daarna weer vereenvoudigen als dat kan

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​} + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 5 ​} = \frac{​ 5 ​ ​}{​ 2 0 ​} + \frac{​ 4 ​ ​}{​ 2 0 ​} = \frac{​ 9 ​ ​}{​ 2 0 ​}

Slide 14 - Slide

Oefenen

niet gelijknamige breuken

\frac{​ 9 ​ ​}{​ 1 0 ​} - \frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} =

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 5 ​} + \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} =

Slide 15 - Slide

Opdrachten

Klaar?

Maak onderstaande opdrachten erbij

93, 94, 98, 101

Slide 16 - Slide

2.4 deel II en 2.5

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

More lessons like this

Negatieve getallen

2.5 Breuken

Negatieve breuken

H3.3 - Negatieve breuken

Les 4 - H3.3 Negatieve breuken

Herhaling hoofdstuk 2

2.5 Breuken

2.5 L + M Optellen en aftrekken met niet gelijknamige breuken