This lesson contains 13 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Herhaling:
B1: Het skelet
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Wat zijn de functies van het skelet?
A
Beweging, vorm, lenigheid, stevigheid
B
Vorm, bescherming, stevigheid, beweging
C
Bescherming, kracht, lenigheid, beweging
D
Vorm, bescherming, kracht, stevigheid
Slide 3 - Quiz
Menselijk skelet
Het lichaam van de mens bestaat uit het hoofd, de romp, en de ledematen.
In afbeelding 1 zie je het skelet (geraamte) van een mens. Het skelet bestaat uit 206 botten (beenderen).
Slide 4 - Slide
Beenweefsel
Cellen in beenweefsel liggen in een kring om kanaaltjes, hierin lopen bloedvaten.
De tussencelstof bevat:
* Kalkzout: stevigheid
* Lijmstof: flexibiliteit
Slide 5 - Slide
B2: De bouw van botten
Botten bestaan uit kalkzouten en collageen (lijmstof)
Kalkzouten geven stevigheid
Collageen zorgt voor de buigbaarheid
Hierdoor zijn ze stevig, maar breken ze niet snel
Slide 6 - Slide
B2: De bouw van botten
Verandering in botweefsel
Baby: skelet bestaat vooral uit kraakbeenweefsel
Als je ouder wordt verandert dit in botweefsel, doordat er meer kalkzouten en minder collageen in de botten zit
Slide 7 - Slide
Waardoor breken baby’s minder snel hun armen en benen dan kleuters?
Doordat de botten in de armen en benen van baby’s voornamelijk uit kraakbeenweefsel/ collageen bestaan (1/2), terwijl de botten in de armen en benen van kleuters al meer uit botweefsel bestaan (1/2).
Slide 8 - Slide
0p: Omdat in hun botten heel veel kraakbeenweefsel zit, en dat is buigzaam en dus minder breekbaar.
0p: hun hebben meer collageen
1/2 p: de babys hebben vooral nog kraakbeen.
1/2 p: omdat er nog veel collageen in de botten van een baby zit
1/2 p: Baby's hebben nog veel kraakbeen in hun lichaam. Door de meerderheid collageen, zijn hun botten soepel en niet breekbaar.