Refractie theorie // KC refractie

1 / 34
next
Slide 1: Slide
OptiekMBOStudiejaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Planning
  • Herhalen stappen zwak astigmatisme, stap 1 tot en met 4

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
  • Kan je uitleggen hoe een KC is opgebouwd.
  • Weet je de voor- en nadelen van verschillende werkastigmatisme te benoemen.
  • Kan je stap 1 tot en met 4 uitvoeren van het stappenplan "KC-methode, zwak astigmatisme".

Slide 3 - Slide

Wat weten jullie nog?
  • Pak je mobiel.
  • Open de website: lessonUp.app

Slide 4 - Slide

Welke sterkte heeft een KC 0,50?
A
S +0,25 = C -0,50
B
S -0,25 = C +0,50
C
S +0,50 = C -1,00
D
S -0,50 = S +1,00

Slide 5 - Quiz

Welke sterkte bij een KC 0,50, zit precies tussen de 90 en de 180?

Slide 6 - Open question

Welke vorm van astigmatisme heeft het oog, ná de stap HG/HV?

Slide 7 - Open question

Bij stap 3 van het stappenplan 'KC-methode, zwak astigmatisme', ga je het werkastigmatisme instellen. Welke 2 opties heb je hier?

Slide 8 - Open question

Wat is het voordeel van de uitgangssituatie: zuiver gemengd astigmatisme?

Slide 9 - Open question

Wat is het voordeel van de uitgangssituatie: enkelvoudig myoop astigmatisme?

Slide 10 - Open question

Wat zijn de eerste 3 stappen van het stappenplan 'KC-methode, zwak astigmatisme'?

Slide 11 - Open question

Welke sterkte heeft een KC
Voorbeeld: KC 0.50
S 0,00 = C -0.50 x 90
S 0,00 = C +0,50 x 180

Deze 2 glazen moet je bij elkaar optellen >> máár dit kan alleen wanneer beide sterktes in dezelfde asrichting staan.
>> transponeren!

Slide 12 - Slide

Welke sterkte heeft een KC
S 0,00 = C +0.50 x 180 >> S +0,50 = C -0,50 x 90

S +0,00 = C -0,50 x 90
S +0,50 = C -0,50 x 90
------------------------ +
S +0,50 = C -1,00 x 90
                                                  >> KC 0,50 = S +0,50 = C -1,00 x 90

Slide 13 - Slide

Welke sterkte heeft een KC 0,25?

Slide 14 - Open question

Welke sterkte heeft een KC 1,00?

Slide 15 - Open question

De stappen // zwak astigmatisme
  1. Visus bepalen
  2. HG/HV
  3. Instellen werkastigmatisme
  4. Bepaling globale asrichting
  5. Correctie cilindersterkte
  6. Bepaling nauwkeurige richting cilinderas
  7. Controle cilindersterkte/cilinderas
  8. Controle sferische sterkte
  9. Rood-groen proef

Slide 16 - Slide

Stap 1
Bepalen van de begin visus.

  • Doel: vaststellen van de beginsituatie en beginvisus.
  • Noteer de beginvisus in het klantenbestand

Tijdens de proeve krijgen jullie een anamneseformulier. Hierop moet de beginvisus worden genoteerd.

Slide 17 - Slide

Stap 2
Hoogste glas/ hoogste visus.

  • Begin altijd met een plus-glas.
  • Bij + : geven tot het slechter word.
  • Bij - : geven tot het gelijk blijft.


Slide 18 - Slide

De begin visus is 0.4. Met welke sterkte start je de refractie?

Slide 19 - Open question

Stap 3
Instellen van het "werkastigmatisme".

  • Enkelvoudig myoop astigmatisme
  • Zuiver gemengd astigmatisme

Slide 20 - Slide

Stap 3
Enkelvoudig myoop astigmatisme

  • De achterste brandlijn ligt op het netvlies.
  • De klant is na HG/HV enkelvoudig myoop astigmatisch.

Wanneer je wilt werken vanuit enkelvoudig myoop astigmatisme, dan hoef je bij deze stap niets te doen >> ga verder met stap 4.

Slide 21 - Slide

Stap 3
Zuiver gemengd astigmatisme.

  • Beide brandlijnen liggen even ver van het netvlies; één voor het netvlies, de andere achter het netvlies.
  • Om het oog na HG/HV zuiver gemengd astigmatisch te maken, moet je een sferisch min-glas toevoegen.

Slide 22 - Slide

Stap 3
Hoeveel sferische min-sterkte moet je toevoegen om het oog zuiver gemengd astigmatisch te maken?

  • Je gaat uit van eindvisus 1.0
  • Per 0,50 dpt. astigmatisme ontstaat een visusdaling van 0.1
  • 1/2 van de geschatte cilinderwaarde als sferisch min-glas toevoegen.
  • Controleren met de rood-groen proef.

Slide 23 - Slide

Stap 3
Enkelvoudig myoop astigmatisme:

Voordeel:
  • Alleen het cilinderglas aanpassen.

Nadeel:
  • Visusverschil voor de klant is maar 0.1.

Slide 24 - Slide

Stap 3
Zuiver gemengd astigmatisme:
 
Voordeel: 
Visusverschil voor de klant is 0.2.
 
Nadeel: 
Je moet 2 glazen aanpassen.

Slide 25 - Slide

Stap 4
Bepaling globale cilinder-asrichting.

  • KC-stokje voorhouden
  • Vormneutraal optotype

Slide 26 - Slide

Stap 4
Bij de globale as bepaling ga je kijken in welke richting de cilinder ongeveer moet liggen.

Slide 27 - Slide

Stap 4
Je gaat de asrichting bepalen m.b.v. de KC

  • Stand 1: de min-as op 0
  • Stand 2: de min-as op 90

De voorkeur van de klant onthoud je.

Slide 28 - Slide

Stap 4
  • Stand 3: de min-as op 45
  • Stand 4: de min-as op 135

De voorkeur van de klant onthoud je.

Slide 29 - Slide

De klant geeft het volgende aan:
Bij stand 1 & 2 = 0 graden beter.
Bij stand 3 & 4 = 45 graden beter.
Op welke as plaats je de cilinder?

Slide 30 - Open question

De klant geeft het volgende aan:
Bij stand 1 & 2 = 90 graden beter.
Bij stand 3 & 4 = 45 graden beter.
Op welke as plaats je de cilinder?

Slide 31 - Open question

De klant geeft het volgende aan:
Bij stand 1 & 2 = geen voorkeur.
Bij stand 3 & 4 = 45 graden beter.
Op welke as plaats je de cilinder?

Slide 32 - Open question

Leerdoelen behaald?
Aan het einde van de les: 
  • Kan je uitleggen hoe een KC is opgebouwd. 
  • Weet je de voor- en nadelen van verschillende werkastigmatisme te benoemen. 
  • Kan je stap 1 tot en met 4 uitvoeren van het stappenplan "KC-methode, zwak astigmatisme".

Slide 33 - Slide

Volgende les
  • Stap 5 tot en met 9 stappenplan "KC-methode, zwak astigmatisme".

Slide 34 - Slide