Hoofdstuk 3 - Naar school

Hoofdstuk 3 - Naar school
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NT2Speciaal OnderwijsLeerroute 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3 - Naar school

Slide 1 - Slide

Het is maandag. 
Paula gaat vandaag naar school. 
Ze wil Nederlands leren.
Ze wil Nederlands praten en schrijven.
En lezen en luisteren.
Ze wil alles weten en begrijpen. 

Slide 2 - Slide

Woorden
Zoek de woorden in Google Translate. 
Wat betekent het woord? Schrijf het op. 

1. weten 
2. begrijpen 

Slide 3 - Slide

Op welke dag gaat Paula naar school?
A
Maandag
B
Dinsdag
C
Woensdag
D
Donderdag

Slide 4 - Quiz

De les begint om 09:00 uur. 
Paula drinkt snel haar koffie. 
Ze doet haar agenda en haar pen in haar tas. 
En haar lippenstift. 
Ze pakt haar jas. 

Slide 5 - Slide

Wat neemt Paula mee naar school?

Slide 6 - Open question

Hoe laat begint de les?
A
Om zeven uur
B
Om acht uur
C
Om negen uur
D
Om tien uur

Slide 7 - Quiz

Paula gaat naar buiten.
Ze loopt naar school. 
Het is de eerste les.
Paula is een beetje zenuwachtig.
Is Nederlands moeilijk?
Zijn de cursisten aardig?
Is de docent aardig?
Paula weet het niet.

Slide 8 - Slide

Hoe gaat Paula naar school?
A
Paula fietst
B
Paula loopt
C
Paula gaat met de bus

Slide 9 - Quiz

blij
boos
verdrietig
zenuwachtig

Slide 10 - Drag question

nieuwe woorden

Slide 11 - Mind map