Gezondheidskunde 2 Les 4 Hartfalen en Epilepsie

Gezondheidskunde 2




Les 4
Epilepsie en Hartfalen
Leereenheid 5 Mobiliteit

1 / 27
next
Slide 1: Slide
verzorgingVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Gezondheidskunde 2




Les 4
Epilepsie en Hartfalen
Leereenheid 5 Mobiliteit

Slide 1 - Slide

Programma
  • Lesdoelen                           
  • Terugblik                      5 min
  • Theorie                         15-20 min
  • Opdracht                     20 min     
  • Evaluatie                      5 min
  • Groepjes maken  
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
De studenten kennen/weten:
  • De oorzaken en verschijnselen van hartfalen
  • Het verschil te benoemen tussen de verschillende aanvallen van epilepsie
  • Een hulpvraag te bedenken a.d.h.v. een casus





Slide 3 - Slide

Waar ging de vorige les over?
Typ minimaal 1 voorbeeld

Slide 4 - Open question

Open je Word bestand met aantekeningen
Typ mee!

Slide 5 - Slide

Statistieken
  • In Nederland: 1 op de 150 mensen een vorm van epilepsie 
  • Kleine kinderen met aanleg voor epilepsie 
  • Verstandelijk beperkten: 1 op de 3 mensen heeft epilepsie. (hoe ernstiger de beperking, hoe meer kans op epilepsie).


Slide 6 - Slide

Epilepsie
  • Verstoringen van het elektrisch evenwicht in de hersenen
  • Insulten (aanvallen)
Oorzaken:
  • Trauma
  • Zuurstofgebrek tijdens de geboorte
  • Aanleg
  • Hersentumor
  • Drugs
  • Hersenvliesontsteking (meningitis)

Slide 7 - Slide

Partiele aanvallen
Een deel van de hersenen is betrokken

Eenvoudig partiële aanval:
  • Lichtflitsen zien, vreemde geluiden, proeven en voelen
  • Bij bewustzijn

Complex partiële aanval:

  • Vreemde bewegingen
  • Verlaagd bewustzijn
  • Staren


Slide 8 - Slide

Gegeneraliseerde aanvallen

Meerdere hersengebieden zijn betrokken
Kleine aanval
  • Absences (korte aanval)
  • Tonisch (verstijving spieren)
  • Clonisch (spierschokken)
Grote aanval
  • Tonisch-clonische (verkrampen, schokken en bewusteloos)
  • Myoclonische (bewustzijn en spierschokken)
  • Atone aanval (spierverslapping, neervallen)


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Schermtijd
  • 5 min pauze
Even op je telefoon kijken :)

Slide 13 - Slide

Hartfalen
  • Onvoldoende pompwerking van het hart​
  • Meestal door het langzaam dichtslibben van de kransslagaders​
  • Gevolg: O2 tekort organen ​
  • Symptomen: vocht vasthouden, kortademig bij geringe inspanning, concentratieproblemen, vermoeidheid



Slide 14 - Slide

Welke omgevingsfactoren kunnen het risico op hart- en vaatziekten vergroten? Denk aan leefstijl, geslacht, leeftijd etc.

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

Bij welke aanval is er een verlaagd bewustzijn i.c.m. vreemde bewegingen?
A
Tonisch-clonische aanval
B
Eenvoudig partiele aanval
C
Complex partiele aanval
D
Atone aanval

Slide 17 - Quiz

Welke activiteit is minder effectief bij hartfalen?
A
Wandelen
B
Fietsen
C
Lezen
D
Sporten

Slide 18 - Quiz

Bij een gegeneraliseerde epilepsie aanval zijn meerdere delen van de hersenen betrokken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Na een hartinfarct moet een persoon revalideren (herstellen). Op welk gebied kan een persoon revalideren na een hartinfarct?
A
Lichamelijk
B
Emotioneel
C
Medisch
D
Leefstijl

Slide 20 - Quiz

Bij een partiele aanval is een persoon nog bij bewustzijn
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Wat houdt een tonisch-clonische aanval in?

Slide 22 - Open question

Aan de slag
  • Lees zelfstandig de casus
  1. Welke gegevens zijn er bekend over de cliënt?
  2. Welke gegevens missen over de cliënt?
  3. Wat is de situatie?
  4. Wat is de hulpvraag van de cliënt? (Zelf bedenken)
  5. Bedenk een SMART doel om de cliënt te stimuleren op het gebied van beweging
  6. Welke protocollen en/of procedures zijn van belang bij het mobiliseren van deze cliënt?
  7. Welke risico's zijn er en hoe kun jij zorgen voor veiligheid? Denk aan jezelf en de cliënt
  8. Maak een plan van aanpak voor deze cliënt om haar doel te bereiken. Beschrijf dit stapsgewijs en vertel waarom je deze stap onderneemt. 
15 min. Daarna klassikaal bespreken.

Slide 23 - Slide

Groepjes maken
  • Maximaal 3 studenten per groep 

Slide 24 - Slide

Wat vond je van deze les?
Wat heb jij geleerd?
Typ minimaal 2 voorbeelden

Slide 25 - Open question

Afsluiting
Volgende week:
Alleen laptop mee!
Praktijklessen
Werken aan het verslag


Slide 26 - Slide

Opdracht
  • A4- papier 
  • Pak je boek erbij (laptop mag ook)
  • Teken de grote- en kleine bloedsomloop 
  • Geef elk onderdeel een nummertje
  • Maak een schema met de betekenis van elk nummertje
  • Gebruik kleurtjes voor een duidelijk beeld en overzicht
  • 20 minuten
  • Groepjes van 2
  • 1 groepje gaat presenteren, dus wees voorbereid!

Slide 27 - Slide