Imke heeft een hongergevoel. De geur van chocolade komt haar neus binnen. Vervolgens gaat er een seintje van het reukzintuig naar haar hersenen. Haar spieren trekken samen om de chocolade naar haar mond te brengen. Uiteindelijk eet ze de chocolade op.
Welke zin in dit verhaal is een voorbeeld van een impuls?