Je
telefoon ligt in je kluis.
Je jas ligt in je kluis of hangt
aan de kapstok.
Je laptop ligt klaar op tafel.
Sluit je je spelletje(s) af? ๐ฎ
Je schrift en schrijfwaren
liggen klaar op tafel. ๐
Wat verwacht ik van je:
> Zorg dat je 'aan' staat โ
> Zorg dat je meedenkt โ
_______________
= Zorgen dat je meedoet! ๐
Moet je nog een toets of herkansing afspreken?
Vragen staat vrij!