4.1 Nazi's aan de macht

1 / 20
next
Slide 1: Video
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Hitler aan de macht
  • Adolf Hitler sloot zich na de Eerste Wereldoorlog aan bij de NSDAP (Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij)
  • Zijn voorbeeld was de fascistische Italiaanse leider Mussolini
  • Na de crisis van 1929, stemden veel Duitsers in 1932 op Hitler (werkloosheid en armoede beloofde hij op te lossen)
  • Hitler schafte in 1933 de democratie af, en vestigde een dictatuur

Slide 2 - Slide

Fascisme en Nationaalsocialisme
Kenmerken:
  • Gebruik maken van geweld (knokploegen op straat)
  • Extreem nationalistisch
  • Anti-democratisch
  • Leidersbeginsel (1 leider aan de top)
  • Totalitair: ondergeschikt zijn aan de staat (het land is belangrijker dan het individu)
  • Ondergeschikte positie van de vrouw
  • Rassenleer alleen bij de nazi's (het idee van superieure en minderwaardige rassen) 

Slide 3 - Slide

Gelijkschakeling en jodenhaat
  • De nazi's voerden terreur, censuur en propaganda. Vooral de joden werden als zondebok (boosdoener) van alle ellende afgeschilderd
  • De SS kreeg de leiding over de geheime politie (Gestapo) en de concentratiekampen
  • Alle media en organisaties werden volledig door de nazi's beheerst en gelijkgeschakeld (pro-nazi gemaakt)
  • Mensen die tegen de nazi's ingingen werden opgepakt
Boekverbranding door de nazi's

Slide 4 - Slide

Jodenhaat (antisemitisme)
  • Joden werden slachtoffer van een enorme haatpropaganda, pesterijen en later volkerenmoord
  • De nazi's zagen de joden niet als aanhangers van een geloof, maar als een minderwaardig 'ras'
  • In 1935 kwamen er zelfs rassenwetten waarin stond dat ze geen Duitser meer waren en niet mochten trouwen of seks mochten hebben met Duitsers

Slide 5 - Slide

Lees bladzijde 88 t/m 91 van je boek
Maak daarna de volgende vragen

Slide 6 - Slide

Welk begrip past bij: 'Nazibeweging waar alle jongens verplicht lid van waren'

Slide 7 - Open question

Welk begrip past bij: 'Hitlers idee dat zijn land meer land nodig had om te overleven'

Slide 8 - Open question

Welk begrip past bij: 'Alle organisaties moeten de ideeën van de nazi's steunen'

Slide 9 - Open question

Welk begrip past bij: 'Het leven van mensen volledig (totaal) willen beheersen'

Slide 10 - Open question

Welk begrip past bij: 'Geloof in superieure en minderwaardige rassen'

Slide 11 - Open question

Noem 5 kenmerken van het Nationaalsocialisme

Slide 12 - Open question

Hoe wilde Hitler meer Lebensraum voor het Duitse volk verkrijgen?

Slide 13 - Open question

Waarom stemden in de jaren '30 veel Duitsers op de partij van Hitler?

Slide 14 - Open question

Leg uit hoe de nazi's de brand in de Rijksdag gebruikten om de macht te grijpen

Slide 15 - Open question

Was antisemitisme een bedenksel van de nazi's?

Slide 16 - Open question

Wat stond in de Neurenberger rassenwetten van 1935

Slide 17 - Open question

Is het waarschijnlijk dat deze spotprent over Mussolini in 1937 in een Duits tijdschrift verscheen?

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

De Rijksdagbrand door van der Lubbe bereikte het tegenovergestelde van wat hij wilde. Leg dit uit!

Slide 20 - Open question