4.2 Verstedelijking

4.2 Verstedelijking
1 / 30
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 55 min

Items in this lesson

4.2 Verstedelijking

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat is een nadeel van het wonen in een stadskern?
A
Het is vaak druk en lawaaiig, en de huizen zijn duur.
B
Er is weinig sociale cohesie en gemeenschapszin.
C
Er is weinig cultuur en geschiedenis te vinden.
D
Er zijn weinig voorzieningen en faciliteiten in de buurt.

Slide 5 - Quiz

Wat is een voordeel van het wonen in een stadswijk?
A
Je hebt veel voorzieningen en faciliteiten in de buurt, zoals winkels en openbaar vervoer.
B
Je hebt meer ruimte en groen dan in een stadskern.
C
Je hebt meer privacy dan in een moderne woonwijk.
D
Je hebt meer rust en stilte dan in een landelijk gebied.

Slide 6 - Quiz

Wat is een 'stadswijk'?
A
Een woonwijk in een stad
B
Een industrieel gebied
C
Een landelijk gebied
D
Een historische wijk

Slide 7 - Quiz

Wat is een stadskern?
A
Een moderne woonwijk
B
Een industrieel gebied
C
Een landelijk gebied
D
Het historische centrum van een stad

Slide 8 - Quiz

Welk type woningen vind je typisch in een buitenwijk?
A
Tiny houses op wielen
B
Vrijstaande huizen met een tuin
C
Appartementen in hoogbouw
D
Rijtjeshuizen zonder tuin

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video

Wat betekent bevolkingsdichtheid?
A
Het totaal aantal inwoners in dat op een plek woont
B
Het gemiddeld aantal inwoners dat op een plek woont
C
Het gemiddeld aantal inwoners per vierkante kilometer
D
Het gemiddeld aantal inwoners per vierkante meter

Slide 11 - Quiz

Hoe bereken je de bevolkingsdichtheid?
A
Oppervlakte x Inwoneraantal
B
Inwoneraantal + Oppervlakte
C
Oppervlakte - Inwoneraantal
D
Inwoneraantal : Oppervlakte

Slide 12 - Quiz

Gegevens Almere:
Oppervlakte: 129 km2
Inwoneraantal: 215.576

Wat is de bevolkingsdichtheid van Almere? (afronden op hele getallen)

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Wat is een ander woord voor verhuizen?
A
Migratie
B
Urbanisatie
C
Kolonisatie
D
Suburbanisatie

Slide 17 - Quiz

Hoe noem je de migratie van het platteland naar de stad?
A
Urbanisatie
B
Suburbanisatie

Slide 18 - Quiz

Hoe noem je de migratie van de stad terug naar het platteland?
A
Urbanisatie
B
Suburbanisatie

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

urbanisatie
infrastructuur
voorzieningen

Slide 22 - Drag question

Welke plaatjes horen bij infrastructuur?

Slide 23 - Drag question

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Opdracht: Sleep de uitleg naar het juiste begrip.
Push-factor
Pull-factor
Redenen om ergens weg te gaan. Ook wel afstotingsfactoren.
Redenen om ergens naartoe te verhuizen. Ook wel aantrekkingsfactoren.

Slide 26 - Drag question

Bij welk begrip horen push- en pull-factoren het best?
A
Migratie
B
Urbanisatie
C
Suburbanisatie
D
Kolonisatie

Slide 27 - Quiz

Pull factoren

Slide 28 - Mind map

push factoren

Slide 29 - Mind map

Opdracht: Sleep de voorbeelden naar het juiste onderdeel.
Push-factoren
Pull-factoren
Veel werk
Armoede
Vrijheid
Oorlog
Overstromingen
Mooie omgeving
Hoge belastingen
Hoge inkomens

Slide 30 - Drag question