P2 week 3 les 4 en 5

T H 2 M
12 november
Welkom!

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

T H 2 M
12 november
Welkom!

Slide 1 - Slide

Startopdracht leestekens en hoofdletters

  1. weet je wel hoeveel geld dat is vroeg paula
  2. s morgens doen we frans en duits s middags doen we wiskunde en bio
  3. het is al vroeg donker want de wintertijd is ingegaan

Slide 2 - Slide

Startopdracht leestekens en hoofdletters

  1. "Weet je wel hoeveel geld dat is?" vroeg Paula.
  2. 's Morgens doen we Frans en Duits, 's middags doen we wiskunde en bio.
  3. Het is al vroeg donker, want de wintertijd is ingegaan.

Slide 3 - Slide

Leerdoel vorige en volgende les
  • Je kent je leerdoelen voor schrijfvaardigheid (e-mail Zonder Titel nagekeken)
  • Je hebt extra uitleg gekregen over spelling
  • Je kent de schrijvers De la Fontaine, Bilderdijk, Toon Tellegen
  • Je kent de kenmerken van een fabel
  • Je schrijft zelf een fabel

Fabelreader: neem deze iedere les mee!

     

    Slide 4 - Slide

    Spelling
    Hoofdletters, samenstellingen en leestekens

    Talent: Spelling Hst. 1.9, Hst. 2.9 en Hst. 3.9

    Slide 5 - Slide

    Aan elkaar schrijven
    • samenstellingen schrijven we in het Nederlands aan elkaar
    • feest & nummer => feestnummer
    • tattoo & shop => tattooshop
    • telefoon & hoesje => telefoonhoesje
    • dorp & plein => dorpsplein / dorpsstraat
    • dus soms een 's' toevoegen

    Slide 6 - Slide

    Hoofdletters
    • begin van de zin 
    • maar: 's Morgens...
    • bij namen 
    • mevrouw Harris; de Lek; Eiffeltoren
    • bijv.nw die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid 
    • Belgische bonbons, Zwitserse klokken

    Slide 7 - Slide

    Ik wil dat je .... (noteer het woord dat nu gezegd wordt)

    Slide 8 - Open question

    Ik zag dat hij zijn handschoenen .... (noteer het woord dat gezegd wordt)

    Slide 9 - Open question

    Hij vindt dat .... (noteer het woord dat gezegd wordt)

    Slide 10 - Open question

    Huiswerk bespreken
    • Pag. 18 t/m 23 tekstblokken lezen en opdrachten 9 t/m 12 maken




    Slide 11 - Slide

    Fabel schrijven (opdr. 14)

    Slide 12 - Slide

    Kenmerken van fabel
    • Dieren spelen hoofdrol : ze denken, praten, handelen als mensen
    • Duidelijke moraal of les
    • Kort, lineair (geen tijdsprongen/flashbacks); Tijdloos
    • Lijkt op sprookjes; Personaal perspectief
    • Personages met contrasten
    • Poëtisch taalgebruik (mooie woorden / vergelijkingen / bijvoeglijke naamwoorden / plechtige woorden)






    Slide 13 - Slide

    Schrijf een eigen fabel
    • Kies een wijze les: noteer die in je schrift
    • Kies de personages en hun eigenschappen: noteer die in je schrift
    • Let op dialogen (aanhalingstekens!)
    • Lees het stappenplan bij opdracht 14
    • Schrijf in Test Correct
    timer
    25:00

    Slide 14 - Slide

    T H 2 M
    13 november
    Welkom!

    Slide 15 - Slide