§2.1 De vorming van de Alpen deel 1

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

§2.1 Vorming van de Alpen

Wat heeft het fossiele visje met de Alpen te maken?

Wat is een voorbeeld van een endogene kracht?

1. verwering
2. erosie
3. aardbeving
4. vulkaan uitbarsting

De aarde in beweging

• Langs elkaar
  transform

• Naar elkaar toe
  convergent

• Van elkaar af
  divergent

Bij welke plaatbeweging ontstaat een gebergte?

1. transform
2. transversaal
3. convergent
4. divergent

Gebergtevorming

Endogene kracht

Ontstaan plooiingsgebergte

Gebergte dat is ontstaan door plooiing van stukken van de aardkorst.

Sediment gesteente

Te herkennen aan: 
- opbouw van laagjes 

- aanwezgheid fossielen

Reliëf vormen 

● Er zijn vier reliëfvormen:

■ hooggebergte: de meeste toppen zijn hoger dan 1.500 m 

■ middelgebergte: de meeste toppen zijn tussen de 500 en 1.500 m hoog 

■ heuvelland: de meeste toppen zijn tussen de 200 en 500 m

■ laagland: het is vrijwel overal lager dan 200 meter

Een gebied met weinig of geen reliëf is een vlakte. Als zo’n vlak gebied lager ligt dan 500 m, is het een laagvlakte. Boven de 500 m heet het een hoogvlakte of plateau

Welke reliëfvormen horen bij de nummers 4, 5 en 6? 

Hooggebergte

Laagland

Middelgebergte

Werkzaamheden:

• Lees de theorie van paragraaf 2.1
• Maak de eerste 10 minuten zelfstandig opdracht  2, 4, 5 en 6 (je werkt alleen in stilte)
• Maak de laatste 15 minuten in een tweetal opdracht 1 en 3 met de atlas (tip: gebruik de natuurkundige overzichtskaart van Europapa)

Deze les:

• Herhaling ontstaan Alpen
• Uitleg verschil jonge- oude gebergten
• Verwering- erosie- sedimentatie
• Opdrachten maken met atlas 

Jong gebergte
hoog, steile helling, spitse top, diepe dalen

Oud gebergte
lager, flauwe helling, afgeronde top, 

Werkzaamheden

• Gebruik de theorie van par. 2.1
• Maak in een tweetal met de atlas opdracht 1 en 3 
• Gebruik de natuurkundige overzichtskaart van Europa 
• Ben je klaar? Maak opdracht 7 t/m  10