This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Rekenen
Verhoudingen
Slide 1 - Slide
Doelen van deze les
Je weet wat verhoudingen zijn.
Je kan verhoudingstabellen maken.
Je kan rekenen met verhoudingen.
Slide 2 - Slide
Verhoudingen
Verhoudingen geven aan hoe twee (of meer) grootheden zich tot elkaar verhouden.
Je komt ze veel tegen, bijvoorbeeld bij het koken. Voorbeeld Voor 4 personen heb je 300 gram noedels nodig. Je gaat koken voor 8 personen. Hoeveel gram noedels heb je nodig?
Slide 3 - Slide
Dat is makkelijk
Voor 4 personen heb je 300 gram noedels nodig. Je gaat koken voor 8 personen. Hoeveel gram noedels heb je nodig?
Twee keer zoveel personen dus twee keer zoveel noedels
= 600 gram
Slide 4 - Slide
Nu wat moeilijker
Voor 4 personen heb je 300 gram noedels nodig.
Je gaat koken voor 7 personen.
Hoeveel gram noedels heb je nodig?
Personen
4
1
7
Noedels
300
Slide 5 - Slide
Verhoudingstabellen.
In een verhoudingstabel kun je de getallen die onder elkaar staan met hetzelfde getal vermenigvuldigen of door hetzelfde getal delen.
Slide 6 - Slide
De kaas kost € 2,30 per 100gram. Indy koopt 300 gram. Hoeveel moet ze betalen?
A
€ 4,60
B
€ 6,90
C
€ 1,10
D
€ 6,60
Slide 7 - Quiz
Vraag
Indy koopt 3 kilogram appels. De appels kosten € 1,80 voor 2 kilogram. Hoeveel moet Indy voor de appels betalen?
Schrijf je berekening uit.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
uitrekenen op je blaadje.
Slide 10 - Slide
voor 4 personen heb je 600 gram nodig. Voor 9 personen heb je dus...... gram tomaten nodig.
A
1250 gram
B
1200 gram
C
1300 gram
D
1350 gram
Slide 11 - Quiz
6 appels kosten in
de winkel € 2,10
Hoeveel kosten 5 appels?
Slide 12 - Slide
6 appels kosten in de winkel € 2,40 Wat kosten 5 appels
A
€ 0,40 cent
B
€ 200 cent
C
€ 2,- euro
D
€ 4,00
Slide 13 - Quiz
Reken uit met een verhoudingstabel:
Een oude auto gebruikt 60 liter diesel om 600 kilometer af te leggen. Hoeveel kilometer rijdt deze auto met 1 liter diesel?