Boekopdracht 4e periode

boekopdracht 4e periode
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

boekopdracht 4e periode

Slide 1 - Slide

Wat hebben we bij de vorige boekopdracht geleerd/ervaren? 
  • We hebben literaire termen verkend door te ervaren wat er gebeurt als je personages, de tijd of het perspectief verandert.
  • Literaire termen kunnen met elkaar in verband worden gebracht. Zo kan perspectief invloed hebben op de identificatie van de lezer met personages in het boek, maar ook op de spanning.

Slide 2 - Slide

Wat is het doel van dit project?


Je gaat je kennis van literaire termen nu toepassen op (jeugd)literatuur. Aan het eind van dit project kun je in een creatieve opdracht 10 literaire termen uit de fictieposter verwerken.

Je wordt deskundiger in het bespreken van boeken en een gebruiker van literaire vaktaal.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Welke literaire term zou jij zeker gebruiken als je een boek gaat bespreken? Licht je antwoord toe.

Slide 5 - Open question

Welke termen kun je goed met elkaar in verband brengen?

Slide 6 - Open question

Keuzeopdracht 1, reclamefilmpje/trailer
- Reclamefilmpje: je gaat een reclamefilmpje maken, zoals je ook in de module ‘Argumenteren’ hebt gedaan/had kunnen doen. Kijk ook terug in die module hoe de opbouw van zo’n filmpje eruit moet zien. In het filmpje ga je jouw boek promoten en ga je de 10 begrippen van de fictieposter benoemen en toelichten. Zorg ervoor dat het een pakkend, overtuigend en aantrekkelijk reclamefilmpje wordt!


Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Keuzeopdracht 2

Podcast
- Voor deze opdracht werk je in tweetallen. Als je deze opdracht kiest, zorg je ervoor dat jullie boeken een overeenkomt hebben op een bepaald thema. Dus bijvoorbeeld dat beide boeken zich in dezelfde tijd afspelen, of beide over hetzelfde onderwerp gaan, enz. Dan ga je een gesprek/interview tussen jullie beiden opnemen en zorg je ervoor dat de 10 begrippen per boek aan bod komen. Voor beide boeken gebruiken jullie dezelfde begrippen, zodat jullie de boeken kunnen vergelijken.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

keuzeopdracht 3, schilderij/poster
Je gaat een schilderij of poster maken waarop je op geheel eigenwijze de 10 begrippen voor jouw boek gaat weergeven. Zorg ervoor dat je uitlegt hoe de begrippen in jouw boek naar voren komen. Je bent verder helemaal vrij in de opdracht.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Keuzeopdracht 4, brochure
- Brochure: je gaat een brochure maken, zoals je ook in de module ‘Argumenteren’ hebt gedaan/had kunnen doen. Kijk ook terug in die module hoe de opbouw van zo’n brochure eruit moet zien. In de brochure ga je informatie over jouw boek op een aantrekkelijke manier weergeven. De informatie bestaat dan uit de 10 begrippen die je hebt gekozen van de fictieposter. Zorg ervoor dat je uitlegt hoe de begrippen in jouw boek naar voren komen.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link