regelmatige ww op -ir

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

LES VERBES RÉGULIERS

EN -IR 

Les buts

- Aan het einde van deze les kun je werkwoorden op -ir vervoegen.

- Aan het einde van deze les kun je gebeurtenissen en activiteiten beschrijven.

Grammaire H

Regelmatige werkwoorden op -ir

• choisir, finir, grandir, rougir, réfléchir, réussir, remplir
• Présent:

• (1) Je neemt het hele ww: finir
• (2) Je haalt er -ir van af: fin
  
• (3) Je zet de uitgang er achter

réfléchir

finir

choisir

rougir

remplir

réussir

nadenken

eindigen

kiezen

blozen

invullen

slagen

Uitgangen in de PRÉSENT

Je

tu

il/elle/on

nous

vous

ils/elles

Par exemple:

Le verbe finir

• -is                     finis                  
• -is                     finis
• -it                      finit
• -issons           finissons
• - issez             finissez
• - issent           finissent

Réfléchir

Regelmatige werkwoorden 

op IR in de présent

Je

Tu

Il / elle / on

Nous

Vous

Ils

ISSONS

ISSEZ

ISSENT

IT

IS

IS

(remplir) Tu ...............
Présent

Une seconde, nous ______.
(réfléchir)

De passé composé van 

regelmatige werkwoorden op -ir

Stap 1:

Hele werkwoord zonder r (= stam maken)

Bijv.:rougir --> rougi

Stap 2:
vorm van het hulpwerkwoord avoir + voltooid deelwoord 

Bijv.: J'ai rougi

Rougir

finir - passé composé
elle ...

Zet in de goede vorm:
(Passé composé - grandir)
Vous .... ........

Remplis:
nous .......... (réussir, passé composé)

Le plan

Wat?: faire (maken) ex. 29 t/m 32 (blz. 82 t/m 85)

Hoe?: zelfstandig

Hulpmiddel?: boek (blz. 82 + 83)

Klaar?: leren vocabulaire E + F (blz. 87)