Verzekeringen: onderverzekerd en oververzekerd

Verzekeringen
Verzekeringsbreuk
Onderverzekerd
Oververzekerd
Schadeverzekering
Sommenverzekering
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Verzekeringen
Verzekeringsbreuk
Onderverzekerd
Oververzekerd
Schadeverzekering
Sommenverzekering

Slide 1 - Slide

Schadeverzekering
Verzekering die uitkeert bij schade 

Slide 2 - Slide

Sommenverzekering
Een verzekering die uitkeert bij in leven zijn op een bepaalde leeftijd of bij overlijden

Slide 3 - Slide

Verzekeringsbreuk
Verzekerde som
Gezonde waarde

Gezonde waarde = de waarde van de verzekerde goederen op het moment voordat de schade ontstaat

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Jean heeft zijn voorraad verzekerd voor € 20.000. De gezonde waarde is € 30.000. Bereken de verzekeringsbreuk

Slide 8 - Open question

Antwoord
Verzekerde som
Gezonde waarde

€ 20.000 
€ 30.000     = 0,67                tweederde is dus verzekerd

Slide 9 - Slide

Verzekeringsbreuk is dus 0,67. De schade door storm is € 21.000. Welk bedrag wordt vergoedt?

Slide 10 - Open question

Uitwerking
0,67 X € 21.000 = € 14.000
Er is sprake van onderverzekering
De voorraad heeft een waarde van € 30.000. Je hebt het voor 
€ 20.000 verzekerd. Je betaalt dus ook te weinig premie

Slide 11 - Slide

De gezonde waarde is € 100.000. De verzekerde waarde is € 120.000. Bereken de verzekeringsbreuk

Slide 12 - Open question

Uitwerking
De gezonde waarde is € 100.000. De verzekerde waarde is 
€ 120.000. 
Verzekerde waarde
Gezonde waarde

€ 120.000
€ 100.000 = 1,2

Slide 13 - Slide

De verzekeringsbreuk is dus 1,2.
De schade is € 10.000. Wat wordt er vergoedt?
A
€ 12.000
B
€ 10.000
C
€ 8.000
D
€ 6.000

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Verkoopprijs is € 10.000. Brutowinst is 40 % van de verkoopprijs. Bereken de inkoopprijs

Slide 19 - Open question

Uitwerking
Verkoopprijs
€ 10.000
100 %
Inkoopprijs
Brutowinst
40 %

Slide 20 - Slide

Uitwerking
Verkoopprijs
€ 10.000
100 %
Inkoopprijs
€   6.000
60 %
Brutowinst
€   4.000
40 %
€ 10.000/ 100 X 60 = € 6.000

Slide 21 - Slide

Verkoopprijs is € 11.200. De brutowinst is 40 % van de inkoopprijs. Bereken de inkoopprijs

Slide 22 - Open question

Uitwerking
Verkoopprijs
€ 11.200
Inkoopprijs
100 %
Brutowinst
40 %

Slide 23 - Slide

Uitwerking
Verkoopprijs
€ 11.200
140 %
Inkoopprijs
€ 8.000
100 %
Brutowinst
40 %
€ 11.200/ 140 X 100 = € 8.000

Slide 24 - Slide

Maken
Hoe
Klaar?
5.2 A t/m G
Zachtjes overleg
Nakijken
Verder met H t/m L
timer
10:00

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide