Samenvatting hoofdstuk 3

Herhaling hoofdstuk 3
1 / 16
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Herhaling hoofdstuk 3

Slide 1 - Slide

Verschil weer en klimaat
weer:
- bepaald moment
- bepaalde plaats
klimaat:
- langere periode
- groter gebied

weer:
- bepaald moment
- bepaalde plaats
Verschil weer en klimaat
klimaat:
- langere periode
- groter gebied

Slide 2 - Slide


Gaan volgende zinnen over het klimaat of over het weer?


Gaan de volgende zinnen over het klimaat of over het weer?

Slide 3 - Slide

Morgen verwachten we in Brussel een temperatuur van 18 °C en blijft het droog.
A
Klimaat
B
Weer

Slide 4 - Quiz


Om te groeien, hebben bananenbomen een minimum temperatuur van 15 °C en jaarlijks minstens 1.200 mm neerslag nodig.
A
Klimaat
B
Weer

Slide 5 - Quiz


Wij hadden een natte zomer aan de kust!
A
Klimaat
B
Weer

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Video

Hoe noemen we de wind die van zee naar het land waait?
A
aanlandige wind
B
aflandige wind

Slide 8 - Quiz

Welke werking heeft aanlandige wind in de zomer?
A
Het wordt aan zee warmer
B
Het wordt aan zee kouder

Slide 9 - Quiz

Welke klimaten zijn er?

Slide 10 - Open question

Savanne klimaat
Toendra klimaat
Tropisch regenwoud- klimaat
Land-
klimaat

Woestijn- klimaat
Steppe- klimaat
Pool-klimaat
Gematigd zeeklimaat

Slide 11 - Drag question

Stijgingsregen
Frontale regen
Stuwingsregen

Slide 12 - Drag question

Slide 13 - Video

klimaatverandering
klimaatverandering: opwarming van de aarde over een langere periode
- gegevens van een langere periode gebruiken
- KNMI
- Smog: een opeenhoping van luchtverontreiniging

Slide 14 - Slide

Door klimaatverandering...
A
zijn er minder hevige buien en is er minder smeltwater
B
zijn er minder hevige buien en is er meer smeltwater
C
zijn er vaker hevige buien en is er meer smeltwater
D
zijn er vaker hevige buien en is er minder smeltwater

Slide 15 - Quiz

Wanneer is de kans op smog groter?
A
Als er veel wind staat
B
Als er weinig wind is

Slide 16 - Quiz