STARTREKENEN VO 2F - OPFRISLES

1 / 39
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 39 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen vorige les
Aan het einde van de les:
 
  • Hebben jullie de domeintoets besproken;
  • Hebben jullie geoefend met de onderdelen die je lastig vindt.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk bespreken

  • Studiemeter
  • Facet

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen deze les
Aan het einde van de les kun je/ ben je/heb je: 
  • Hoofdstuk 7 herhaalt en opgefrist;
  • Alle geleerde vaardigheden en strategieën van H7 toepassen;
  • Goed voorbereid op de toets van H7 (volgende week). 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Programma
  • Wat is een verhouding?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

7.1 Wat is een verhouding?
  • Hoeveelheden
  • Prijzen
  • Aantallen

Blz. 155

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

7.1 De verhoudingstabel
Verhouding verkleinen
beide getallen delen door hetzelfde getal

Verhouding vergroten
beide getallen vermenigvuldigen door hetzelfde getal

Blz. 157

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Link

Uitleg tot 3.20 min.
7.1 De verhoudingstabel
vergroten of verkleinen?
Opdracht 2 blz. 158:

Deo:


Tandpasta
2
1
4
€2,30
3
1
6
€3,50
Wat ga je doen?
Vergroten?
Verkleinen?
Wat ga je doen?
Vergroten?
Verkleinen?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

7.1 De verhoudingstabel
vergroten of verkleinen?
Opdracht 3 blz. 159:

Frambozen:


Kwark:



6
1
4
300 gr
6
1
9
450 gr
Wat ga je doen?
Vergroten?
Verkleinen?
Wat ga je doen?
Vergroten?
Verkleinen?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Oefeningen
Werkbladen

Studiemeter - Startrekenen online - 2A bij 2F VO 
Domein 2 verhoudingen - oefeningen - verhoudingen
- vergroten en verkleinen

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Link

Uitleg vanaf 3.20 min. tot 5.10 min.
7.2 Verhoudingen en breuken
2 op de 4 leerlingen =

10 op de 15 ouders = 

8 op de 40 docenten = 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

7.2 Verhoudingen en breuken
welke hoeveelheid hoort bij een deel?
Opdr. 7 blz. 164:
In een fabriek controleert een machine of de etiketten goed op de potten zijn geplakt. Per dag controleert de machine 50.000 potten. Bij 1 op de 50 potten is het etiket verkeerd opgeplakt. Bij hoeveel potten per dag is het etiket verkeerd opgeplakt?
Aantal verkeerd opgeplakt
1
Totaal aantal potten
50
50.000

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

7.2 Verhoudingen en breuken
welke hoeveelheid hoort bij een deel?
Opdr. 8 blz. 165:
Een bedrijf heeft 65 werknemers.      van de werknemers kijkt onder werktijd op Facebook. Hoeveel werknemers kijken onder werktijd op Facebook?
Aantal FB kijkers
2
Aantal werknemers
5
65
52

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Link

Uitleg vanaf 5.10 min. tot 7.30 min.
7.2 Verhoudingen en breuken
totaal uitrekenen.
Opdr. 10 blz. 168:
Bij een festival zijn 3 op de 8 bezoekers jonger dan 16 jaar. Dit zijn 60.000 bezoekers. Hoeveel bezoekers heeft het festival in totaal?


Bezoekers jonger dan 16
3
60.000
Totaal bezoekers
8

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

7.2 Verhoudingen en breuken
totaal uitrekenen.
Opdr. 11 blz. 168:
Voor het Vredespaleis in Den Haag staan vlaggen. In 8 op de 10 vlaggen is de kleur rood gebruikt. Er staan 160 vlaggen met de kleur rood erin. In 7 op de 10 is de kleur wit gebruikt en in 11 op de 20 vlaggen is de kleur blauw gebruikt.

Hoeveel vlaggen staan er totaal bij het Vredespaleis?

In hoeveel vlaggen komt de kleur wit voor?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Oefeningen

Studiemeter - Startrekenen online - 2A bij 2F VO 
Domein 2 verhoudingen - oefeningen - verhoudingen
- deel van het totaal berekenen
- van deel naar totaal

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Link

Uitleg vanaf 7.30 min. tot eind
7.3 verhoudingen vereenvoudigen
verhouding uitrekenen

Vereenvoudigen betekent verkleinen.

3 op de 12 leerlingen hebben corona gehad.
     
          =       = 1 op de 4 leerlingen
123
41

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

7.3 verhoudingen vereenvoudigen
verhouding uitrekenen
Opdr. 12 blz. 170:
Van een tv serie zit seizoen 1 en 2 in een box. Seizoen 1 bestaat uit 8 dvd's en seizoen 2 uit 6 dvd's. Wat is de verhouding tussen het aantal dvd's van seizoen 1 en 2?


Seizoen 1
8
Seizoen 2
6

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

7.3 verhoudingen vereenvoudigen
verhouding uitrekenen
Opdr. 14 blz. 171:
Een armband heeft 15 kralen, 6 kralen zijn rood. Wat is de verhouding tussen het aantal rode kralen en het totaal aantal kralen van de armband?


rode kralen
6
totaal kralen
15

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

7.3 verhoudingen vereenvoudigen
verhouding uitrekenen
Opdr. 16 blz. 173:
Lucia heeft dit seizoen 16 wedstrijden gewonnen en 8 wedstrijden verloren. Wat is de verhouding tussen het aantal gewonnen wedstrijden en het totaal aantal wedstrijden?


gewonnen wedstrijden
16
totaal wedstrijden

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Oefeningen

Studiemeter - Startrekenen online - 2A bij 2F VO 
Domein 2 verhoudingen - oefeningen - verhoudingen
- verhoudingen vereenvoudigen
- verhoudingen toepassen

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

7.4 verhoudingen in de praktijk
breuken gelijknamig maken
Om verhoudingen met elkaar te vergelijken kun je de verhoudingen opschrijven als breuk en deze breuken gelijknamig maken. 



Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Breuk gelijknamig maken

                                       =                                             

                                        =                                           


                                        =                                           
52
94
106
73
63
128
[?][?]
[?][?]
[?][?]
[?][?]
[?][?]
[?][?]

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

7.4 verhoudingen in de praktijk
stappenplan

Als je rekent met verhoudingen , moet je eerst bedenken WAT je precies wilt uitrekenen.

Gebruik hiervoor het volgende stappenplan:
We rekenen de 2 sommen onder het stappen samen even uit. 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Stap 1

  • Lees de som;

  • Wat moet je precies uitrekenen? Totaal/ gedeelte/ verhouding?

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Stap 2

  • Welke informatie heb je nodig om de som uit te rekenen;

  • Onderstreep de onderdelen die je nodig hebt.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Stap 3

  • Reken de som uit;

  • Gebruik de verhoudingstabel;

  • Beantwoord de vraag met je berekening! (Schrijf op hoe je de som hebt uitgerekend!) 

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Stap 3

  • Reken de som uit;

  • Gebruik de verhoudingstabel;

  • Beantwoord de vraag met je berekening! (Schrijf op hoe je de som hebt uitgerekend!) 

Stap 1: 
Lees de som
Wat moeten we precies uitrekenen?

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Stap 3

  • Reken de som uit;

  • Gebruik de verhoudingstabel;

  • Beantwoord de vraag met je berekening! (Schrijf op hoe je de som hebt uitgerekend!) 

Stap 2 : 
Welke informatie heb je nodig?
Onderstreep deze.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Stap 3

  • Reken de som uit;

  • Gebruik de verhoudingstabel;

  • Beantwoord de vraag met je berekening! (Schrijf op hoe je de som hebt uitgerekend!) 

Stap 3 : 
Reken de som uit (verhoudingstabel)
Schrijf de berekening en het antwoord op.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

7.4 verhoudingen in de praktijk
stappenplan

Als je rekent met verhoudingen , moet je eerst bedenken WAT je precies wilt uitrekenen.

Gebruik hiervoor het volgende stappenplan:
We rekenen de 2 sommen onder het stappen samen even uit. 

Stap 1: 
Lees de som
Wat moeten we precies uitrekenen?

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

7.4 verhoudingen in de praktijk
stappenplan

Als je rekent met verhoudingen , moet je eerst bedenken WAT je precies wilt uitrekenen.

Gebruik hiervoor het volgende stappenplan:
We rekenen de 2 sommen onder het stappen samen even uit. 

Stap 2 : 
Welke informatie heb je nodig?
Onderstreep deze.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

7.4 verhoudingen in de praktijk
stappenplan

Als je rekent met verhoudingen , moet je eerst bedenken WAT je precies wilt uitrekenen.

Gebruik hiervoor het volgende stappenplan:
We rekenen de 2 sommen onder het stappen samen even uit. 

Stap 3 : 
Reken de som uit (verhoudingstabel)
Schrijf de berekening en het antwoord op.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Boek: maak hoofdstuk 7 helemaal af.

Studiemeter: 
Maak alle oefeningen af / verbeter ze (tot je een voldoende hebt). 

Vraag uitleg op onderdelen die je niet snapt!

Volgende week toets!



Slide 39 - Slide

This item has no instructions