This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
3.2 Griekse Stadstaten
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen waarom de Oude Grieken kolonies hadden gesticht en op welke manier ze hun stadstaten bestuurden.
Slide 4 - Slide
Wat weet je eigenlijk van Griekenland?
Slide 5 - Mind map
Slide 6 - Map
Bergen, heuvels en dalen
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Kolonies buiten Griekenland
Een kolonie is een gebied van een land buiten dat land
Griekenland is door het droge klimaat en de rotsachtige grond erg onvruchtbaar (slechts 20% is geschikt voor landbouw)
Een mislukte oogst betekende al snel een hongersnood
Slide 9 - Slide
Oplossing
Sommige Grieken trokken weg, op zoek naar een beter leven
Rond 750 v. Chr. hadden de Grieken kolonies in Spanje, Italië en Turkije
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Griekse
stadstaten (1)
Griekenland bestond nog niet als één land
Er waren steden die als landen werden bestuurd: bijvoorbeeld met een eigen koning
Zo'n zelfstandige stad heet een polis (stadstaat)
Slide 12 - Slide
Griekse
stadstaten (2)
Poleis (meervoud van polis) worden op verschillende manieren bestuurd
Ze hebben wel vaak dezelfde 'Griekse' cultuur, taal en goden
De bekendste poleis waren Athene en Sparta
Slide 13 - Slide
Sparta
Een koning is de baas (monarchie)
Oorlog en het leger zijn belangrijk
Kinderen krijgen een zware, Spartaanse opvoeding
Er zijn slaven
Slide 14 - Slide
Athene
Het volk is de baas (democratie)
Oorlog en het leger zijn minder belangrijk
Kinderen krijgen een opvoeding met veel kunst en cultuur
Er zijn slaven
Slide 15 - Slide
Begrippen uit deze les
kolonies
polis (stadstaat)
democratie
monarchie
burger
ostracisme
Slide 16 - Slide
Jaartallen uit deze les
800 v. Chr. - 550 v. Chr.: Griekse kolonisatie
594 v. Chr.: wetten van Solon
500 v. Chr.: wetten van Kleisthenes: Athene wordt een democratie
Slide 17 - Slide
Welk bestuur had de stad Athene?
A
Keizer
B
Democratie
C
Adel
D
Koning
Slide 18 - Quiz
Wat betekent democratie?
A
Een koning regeert
B
Het volk regeert
C
Een tiran regeert
D
Een kleine groep rijken regeert
Slide 19 - Quiz
I. Athene lag in Griekenland, Sparta niet. II. Athene was een stadstaat, Sparta niet.
A
stelling I is juist,
stelling II is onjuist.
B
stelling I is onjuist, stelling II is juist.
C
Stelling I en II zijn allebei juist
D
Stelling I en II zijn allebei onjuist
Slide 20 - Quiz
De Grieken stichtten koloniën. Waarom deden ze dat?
Slide 21 - Open question
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen