Leesvaardigheid H1-4

WELKOM 

bij Nederlands 



1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

WELKOM 

bij Nederlands 



Slide 1 - Slide

Planning vandaag
  • Periode B
  • Herhalen leesvaardigheid
  • Oefentoets

Slide 2 - Slide

Periode B
Discussie boeken 
toets: do 23 januari

Lezen H1-4 
toets: wo 5 februari 



Schrijf dit meteen in je daltonplanagenda! 

Slide 3 - Slide

HOOFDSTUK 1: indeling tekst
Wat is waar?
Inleiding-middenstuk-slot
A
De inleiding bestaat uit meerdere alinea's.
B
De laatste alinea van de tekst is het slot.

Slide 4 - Quiz

In de inleiding van een tekst ...
A
wordt het onderwerp geïntroduceerd
B
geeft de schrijver zijn mening
C
wordt de tekst samengevat
D
krijg je uitgebreide informatie over het onderwerp en deelonderwerpen

Slide 5 - Quiz

In het middenstuk van een tekst...
A
...staat vaak veel informatie over het onderwerp (hoe, waarom of wat e.d.)
B
...wordt het belangrijkste van de tekst nog een keer herhaald.
C
..staat waarom je nieuwsgierig wordt om verder te lezen
D
...wordt het onderwerp van de tekst ingeleid.

Slide 6 - Quiz

In het slot van een tekst...
A
...staat vaak veel informatie over het onderwerp (hoe, waarom of wat e.d.)
B
...wordt het belangrijkste van de tekst nog een keer herhaald.
C
..staat waarom je nieuwsgierig wordt om verder te lezen
D
...wordt het onderwerp van de tekst ingeleid.

Slide 7 - Quiz

HOOFDSTUK 2: TEKSTVERBANDEN EN SIGNAALWOORDEN

Wat is een tekstverband?
A
Je verbindt twee teksten met elkaar
B
Je geeft het verband tussen inleiding en slot aan
C
Je geeft aan wat het belangrijkste in een tekst is
D
Je verbindt zinnen en alinea's met elkaar

Slide 8 - Quiz

Tekstverbanden, het woord 'maar' hoort bij een .......tekstverband
A
opsommend
B
chronologisch (tijd)
C
tegenstellend
D
toelichtend

Slide 9 - Quiz

Tekstverbanden:

Concluderend

Redengevend

Tegenstellend

Opsommend
toch
en
nog
maar
dus
want
concluderend
omdat

Slide 10 - Drag question

HOOFDSTUK 3: FEITEN, MENINGEN en ARGUMENTEN
Wat is een feit?
A
Een uitspraak over iets wat waar of niet waar is. Controleerbaar.
B
Een uitspraak over iets wat waar of niet waar is. Niet controleerbaar.

Slide 11 - Quiz

Een mening is een goede mening als:
A
je een oplossing van een probleem geeft.
B
er argumenten voor zijn.
C
je je vooroordelen uitlegt.
D
anderen het met je eens zijn.

Slide 12 - Quiz

Wat is een feit?

(er kunnen meerdere
antwoorden goed zijn)
A
Het is lekker weer
B
De zon schijnt
C
Het huis is rood
D
Het huis is groot

Slide 13 - Quiz

Een feit is iets wat waar of onwaar is. Een feit kun je dus altijd............
A
delen
B
geloven
C
checken, controleren
D
verwerpen

Slide 14 - Quiz

HOOFDSTUK 4: Leesdoelen en leesstrategieën


Wat is oriënterend lezen?
A
De tekst helemaal lezen
B
Alleen de titel bekijken
C
Plaatjes bekijken
D
Titel + eerste alinea lezen

Slide 15 - Quiz


Wat is kritisch lezen?
A
De tekst snel doorlezen en een beeld krijgen waar hij over gaat.
B
De tekst grondig doorlezen.
C
De tekst lezen, lettend op of deze betrouwbaar is en objectief is geschreven.
D
De tekst zo lezen dat je hem ook leert.

Slide 16 - Quiz

Vandaag
Leren: leesvaardigheid H1-4.

Maken: je maakt van hoofdstuk 4 een oefentoets.

Daarna: nakijken oefentoets en leren voor de toets.



Niet af? Zet deze opdracht in je daltonplanagenda. 
timer
10:00

Slide 17 - Slide