4.1 Van stad tot wereldrijk

H4 De Romeinen
Van stad tot wereldrijk
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H4 De Romeinen
Van stad tot wereldrijk

Slide 1 - Slide

Deze les
  • bespreken kijkopdracht filmpje
  • Paragraaf 4.1 uitleg
  • uitleg eindopdracht
  • Aan de slag met het lezen van de theorie en het maken van opdrachten

Slide 2 - Slide

Aan het einde van de les ...
  • Weet je hoe Rome eerst werd bestuurd
  • Weet je hoe Rome gebieden ging veroveren
  • Weet je hoe Rome een wereldrijk werd en hoe het rijk werd bestuurd
  • Weet je de betekenis van de begrippen dictator, republiek keizer, burgeroorlog en senaat
  • weet je hoe je een afbeelding aan een begrip moet koppelen en hoe je dit kunt uitleggen
  • Weet je hoe de eindopdracht bij dit hoofdstuk eruit ziet.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

De legende van 
Romelus en Remus

Slide 5 - Slide

Waar

Slide 6 - Mind map

Niet waar

Slide 7 - Mind map

4.1: van stad
tot wereldrijk

Slide 8 - Slide

4.1: Deze paragraaf leer je
  • hoe Rome eerst werd bestuurd.
  • je hoe Rome gebieden ging veroveren.
  • hoe Rome een wereldrijk werd en hoe het rijk werd bestuurd.
  • hoe burgeroorlogen leidden tot het ontstaan van het keizerrijk.
  • hoe keizers zorgden voor vrede in het rijk

Slide 9 - Slide

Koningstijd
  • Rome was eerst een koninkrijk (monarchie) 
  • Rond 500 v. Chr. werd de laatste koning door de Romeinse bevolking verjaagd. 
  • Hierna ontstond de Romeinse Republiek

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Republiek
  • Geleid door de Senaat, de vergadering van alle rijke mannen van Rome.
  • het Romeinse volk kiest elk jaar 2 consuls.
Consuls leidden de senaat en voerden besluiten van de senatoren uit.

geen echte democratie, alleen de mannen uit belangrijke families zaten in de senaat.

Slide 12 - Slide

Met welke bestuursvorm zou je de Romeinse Republiek het beste kunnen vergelijken? Leg je antwoord uit

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Wereldrijk
  • Een wereldrijk is een groot rijk in meerdere werelddelen
  • gebieden buiten Italië werden bestuurd door gouveneurs (bestuurder)
  • De veroverde gebieden moesten belasting betalen aan de Romeinse overheid (regering)

Slide 15 - Slide

Italië veroverd 
Uitbreiding van het rijk

Slide 16 - Slide

Galië veroverd en een deel van Noord-Afrika
Het Romeinse rijk in 3 continenten

Slide 17 - Slide

Burgeroorlog
  • In Rome werden legerleiders steeds machtiger. Soldaten waren geen boeren meer, maar beroepssoldaten.

  • Beroepssoldaten steunen hun leider. Er onstond strijdt tussen generaals.
 gevolg: Burgeroorlog

  • Julius Caesar: Dictator (alleenheerser) voor het leven

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

keizertijd:
  • Eerste keizer: Augustus
  • Senaat geeft advies, dat vaak wordt opgevolgd door de keizer.
  • Keizer benoemd zelf mensen om provincies te besturen, voor financiën en rechtspraak en om legers te leiden.
  •  Keizer vaak vereerd als een god.

Slide 20 - Slide

Romeinse vrede:
  • onder de keizers was er twee eeuwen lang vrede in het rijk. (Pax Romana, Romeinse vrede)
  • verharde wegen zorgden ervoor dat soldaten zich snel konden verplaatsen als er onrust dreigde.

Slide 21 - Slide

Uitleg eindopdracht:
je gaat bij de belangrijkste begrippen uit dit een afbeelding zoeken dat past bij het begrip. Je gaat je keuze elke keer op de volgende manier uitleggen.

 Uitwerken van een afbeelding:
- Ik zie op het plaatje....(noteer alleen wat je ziet)
- Dit betekent ....(leg uit wat je precies ziet)
- Hieruit concludeer ik dat deze afbeelding past bij het begrip:  .... (maak de koppeling met het begrip en leg je keuze uit, conclusie)

Slide 22 - Slide

Voorbeeld:
ik zie op de afbeelding een man met een staf die wijst.
Dit betekent dat de man op de afbeelding een belangrijke man is, het is keizer augustus.
 Hieruit concludeer ik dat deze afbeelding past bij het begrip Keizer, want Augustus was de eerste keizer van de Romeinen

Slide 23 - Slide

Aan de slag:
  • Lees de theorie en maak de opdrachten van paragraaf 4.1
  • Volgende les gaan we beginnen met het werken aan de eindopdracht

Slide 24 - Slide