meervoud op 's

Doel van deze les:

Je leert wanneer je in het meervoud 's krijgt

Je leert woorden die in het meervoud eindigen op 's

Je leert wanneer je de 's' er gewoon aan vast schrijft bij meervoud.

1 / 16
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 5,6

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Doel van deze les:

Je leert wanneer je in het meervoud 's krijgt

Je leert woorden die in het meervoud eindigen op 's

Je leert wanneer je de 's' er gewoon aan vast schrijft bij meervoud.

Slide 1 - Slide

Luister goed
De woorden aan de linkerkant hebben allemaal een lange klank
aa / oo/ uu/ oo /ie/, maar je schrijft ze met één letter.

Om de lange klank te behouden, schrijf je in het meervoud een komma voor de s.

kilo’s

menu's

panda's

kiwi’s

guppy’s

Slide 2 - Slide

de e doet niet mee
Bij woorden op -ee en -ie is dit niet nodig.

Daarom schrijf je de s in die gevallen aan het woord vast.

abonnees

dictees

toffees

tralies

Slide 3 - Slide

Bij welke klinkers gebruik je een 's voor het meervoud?

Slide 4 - Open question

Meervoud -s of -'s
A
babys
B
baby's

Slide 5 - Quiz

Meervoud -s of -'s
A
garage's
B
garages

Slide 6 - Quiz

Meervoud -s of -'s
A
ballerina's
B
ballerinaas

Slide 7 - Quiz

Meervoud -s of -'s
A
pasfoto's
B
pasfotoos

Slide 8 - Quiz

Meervoud -s of -'s
A
pasfoto's
B
pasfotoos

Slide 9 - Quiz

Aangeven van bezit
Je krijgt ook 's wanneer het iemand bezit is.
&
Als je een s achter een naam zet, en je de naam hierdoor verkeerd uit zou spreken.

Bijvoorbeeld: Youssefs fiets
                                   Marshairo's fiets


Slide 10 - Slide

Hoe type je een 's?
1
2
3

Slide 11 - Slide

De jas is van Joya
Dat is .... jas

Slide 12 - Open question

De tekening is van Ryano
Dat is .... tekening

Slide 13 - Open question

De pen is van
Dat is .... pen

Slide 14 - Open question

Geen poll meer :(



duimpje opzij: mwoahh / Het gaat wel
duimpje ophoog: Ik kan het goed / Ik snap het!
duimpje omlaag: Ik snap het nog niet / het is moeilijk!

Slide 15 - Slide

Werk!
Je kunt nu je werkblad gaan maken en nakijken.
Het is allemaal herhalen en oefenen!

Klaar? Weektaak, lezen of extra werk?

Slide 16 - Slide