This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Zakelijke e-mail
Slide 1 - Slide
Doel
Aan het einde van de les kan ik een zakelijke e-mail schrijven.
Slide 2 - Slide
Wanneer schrijf je een zakelijke e-mail?
Slide 3 - Open question
Formeel en informeel taalgebruik
Aan mensen die je kent (bekenden) schrijf je informeel.
Aan mensen die je niet kent (onbekenden) of ouderen schrijf je formeel.
Slide 4 - Slide
In een zakelijke email gebruik je formele taal.
A
Waar.
B
Niet waar.
Slide 5 - Quiz
m.v.g.
A
formeel
B
informeel
Slide 6 - Quiz
2. Met vriendelijke groet,
A
Formeel
B
Informeel
Slide 7 - Quiz
Hoogachtend,
A
Formeel
B
Informeel
Slide 8 - Quiz
Beste meneer,
A
informeel
B
formeel
Slide 9 - Quiz
Kijk uit joh! Dit is formeel/informeel
A
formeel
B
informeel
Slide 10 - Quiz
Bij een zakelijke e-mail geef je altijd aan waar het over gaat in de regel:
A
onderwerp
B
aanhef
C
betreft
D
inleiding
Slide 11 - Quiz
Ik wil mijn nieuwe camera laten repareren bij de zaak waar ik die gekocht heb. Ik schrijf een ..................................... e-mail naar die afdeling.
A
zakelijke
B
persoonlijke
Slide 12 - Quiz
Kies de juiste schrijfwijze voor de plaats en de datum in een zakelijke email
A
Amsterdam 2 mei 2020
B
Amsterdam, 2 Mei 2020
C
Amsterdam, 2 mei 2020
D
Amsterdam, 2-5-2020
Slide 13 - Quiz
In een zakelijke e-mail staan minstens 2 komma's. Waar?
A
Na aanhef en na het woord 'want'
B
Na de slotgroet en na het onderwerp
C
Na aanhef en slotgroet
D
Na het onderwerp en het woord 'dus'
Slide 14 - Quiz
Heb je nu genoeg kennis om zelf een zakelijke e-mail te maken?
A
JA
B
Nee
Slide 15 - Quiz
Zakelijke e-mail
In jouw straat ligt een losse stoeptegel.
Schrijf een nette e-mail naar de gemeente.
Verzoek om een reparatie van de stoeptegel.
Leg ook uit waarom die zo gevaarlijk is.
Typ deze e-mail een stuur deze naar je docent (Mevrouw De Graaf: grln@psg.nl)
Slide 16 - Slide
Hoe vond je het om een zakelijke email te schrijven?