H5 paragraaf 1 deel 2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom bij aardrijkskunde! 

Zorg dat je klaar zit met je werkboek, lesboek, pen en aantekeningenschrift. 

Wist je dat je elke dag tussen 14:00 en 15:00 via teams vragen kunt stellen aan al

                    je docenten? :-) 

H5-Klimaat en natuurlandschap in Europa

Leerdoelen paragraaf 1:

- Wat de invloed van de breedteligging is op de temperatuur in Europa.

- In welke luchtstreken Europa ligt.

- Wat de invloed van de Golfstroom is op de temperaturen in Europa

- Wat de invloed van aanlandige westenwinden is op de temperaturen in Europa

Vandaag

Herhalingsopdrachten maken

Uitleg temperatuur land/zee 

Quiz in Lessonup

Afronden 

Pak je spullen 

Maak in werkboek B / werkblad opdrachten van paragraaf 1 af 

15min. de tijd

je mag overleggen

We gaan dit nabespreken

Herhaling 

Er volgt nu een korte herhaling van H2 over klimaat. Je kunt hier aan deelnemen (zeker als je een onvoldoende hebt gehaald), maar het is niet verplicht.

Geen herhaling meer nodig? Ga dan in werkboek B aan de slag met je opdrachten van 5.1  op blz. 5 tm 7. Maken opdracht 1 tm 8 + 10

Sleep de juiste klimaten naar de kenmerken

De hoeveelheid neerslag is hier de bepalende factor 

Meestal neerslag in de vorm van sneeuw

Nooit kouder dan 18 graden Celsius 

Tussen koud en warm in

Poolklimaat

Tropisch klimaat

Droog klimaat

Gematigd klimaat

In het vorige hoofdstuk heb je ongemerkt al drie manieren geleerd waardoor er verschillende klimaten ontstaan. 

In de volgende sleepvraag krijgen jullie de opdracht om de juiste combinaties te maken tussen drie bekende klimaten en drie bekende ontstaanswijzen. Succes! 

Oefening

Ontstaat doordat zonnestralen hier schuin op het aardoppervlak vallen. Hierdoor moet er een groot oppervlakte worden verwarmt en is de temperatuur bijna het hele jaar door erg laag. 

Ontstaat door een tekort aan neerslag. In deze gebieden valt steeds minder neerslag doordat lucht daalt en opwarmt. 

Ontstaat doordat zonnestralen hier loodrecht op het aardoppervlak vallen. Hierdoor moet er een klein oppervlakte worden verwarmt en is de temperatuur bijna het hele jaar ongeveer 25 graden Celsius. Er valt veel neerslag. 

Droog klimaat

Tropisch klimaat

Droog klimaat

De temperatuurverschillen in Europa worden onder meer veroorzaakt door de breedteligging.

1. Op hoge breedte is het koud, op lage breedte is het warm.
2. Op hoge breedte is het warm, op lage breedte is het koud.
3. Op hoge breedte is het koud, op lage breedte is het koud.
4. Op hoge breedte is het warm, op lage breedte is het warm.

Het grootste deel van Europa ligt in de...

1. Tropen
2. Subtropen
3. Poolstreken
4. Gematigde zone

In het noorden van Europa zijn temperaturen het hele jaar door warm.

1. Juist
2. Onjuist

De breedteligging veroorzaakt temperatuurverschillen. Er is nog een oorzaak van temperatuurverschillen in Europa.

1. Juist
2. Onjuist

Langs de Noordzee en de Atlantische Oceaan is het ........ in de winter dan in het binnenland van Europa

1. Warmer
2. Kouder

Voor welk seizoen is deze uitspraak waar?

Nina zegt: ‘Door de warme zeestroom is de temperatuur in West- en Noord-Europa gemiddeld lager dan in het binnenland’.

1. De winter
2. De zomer
3. De winter en de zomer
4. Elk seizoen: de zomer, winter, lente en herfst

Op de foto zie je het Noorderlicht. Dat verschijnsel is op heldere dagen te zien tijdens de poolnacht.

Kies het juiste antwoord.

1. Midzomernacht is een periode in de zomer in de poolstreken waarin de zon niet opkomt.
2. De poolnacht is een periode in de winter waarin in de poolstreken de zon niet opkomt.
3. De poolnacht is één nacht in de winter waarin in de poolstreken de zon niet ondergaat.
4. Midzomernacht is één nacht in de zomer in de poolstreken waarin de zon niet opkomt.

Afronden

https:

Wat heb je vandaag geleerd over jezelf als je nadenkt aan:
- De manier waarop je de toets hebt gemaakt
- De informatie uit deze les

Windrichting

Aanlandige wind:

Aanlandige wind

Een aanlandige wind (zeewind) is een windstroming die vanuit zee  naar de kust waait. 

Aanlandige wind

Aflandige wind

Het afkoelen en opwarmen van zeewater gaat heel langzaam.

Het afkoelen en opwarmen van land gaat juist snel.

Wind vanuit zee (aanlandige wind) zorgt voor koele temperaturen.

Wind van land (aflandige wind) zorgt voor hoge temperaturen.

Zomer

Winter

Wind van zee dan juist zacht.

 Wind van land juist heel koud.

Precies tegenovergestelde dan in de zomer.

Hoe verder van de zee: 

Hoe warmer in de zomer en hoe kouder in de winter!

Wind vanuit zee noemen we ……….. ……..?

Als we in de zomer wind vanuit zee krijgen is het?

1. Warm
2. Koel

Als we in de winter wind vanuit land krijgen is het?

1. koud
2. zacht

Als we in de zomer wind van land krijgen is het?

1. warm
2. koel

Als we in de winter wind vanuit zee krijgen is het?

1. zacht
2. koud

Dat was het!

Ga nu voor jezelf na of je alles begrepen hebt.

Rechts zie je de onderwerpen die in deze les behandeld zijn. Ben je klaar voor de toets, of heb je hier nog hulp bij nodig? Sleep de leerdoelen naar de vakjes hieronder.

NEE!

Ik begrijp dit

echt niet

Ik vind dit nog steeds
heel moeilijk

Ik begin het

te snappen!

Volgens mij begrijp

ik dit!

JA!

Kom maar door

met die toets!

Wat de invloed van de breedteligging is op de temperatuur in Europa.

Je weet de kenmerken van klimaten en hoe deze over de wereld zijn verspreid. 

Wat de invloed van de Golfstroom is op de temperaturen in Europa

Afronden

Vergeet je foto's van H2 niet in te leveren voor 14-02 op Teams! 

Lezen blz.  72 + 73

Maken blz. 5 tm 7 opdracht 1 tm 8 +10 

Wist je dat je elke dag tussen 14:00 en 15:00 via teams vragen kunt stellen aan al

                    je docenten? :-) 

Extra uitleg nodig?

Kijk hier