2THA1 tekstverbanden en signaalwoorden

Socialiseren
nodig: leesboek, lesboek, schrift, pen
mobiel = weg
timer
5:00
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2-4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Socialiseren
nodig: leesboek, lesboek, schrift, pen
mobiel = weg
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Lesopbouw
  • 10 min. Zs lezen
  • Planning bespreken
  • Lesdoelen bespreken
  • Korte uitleg = filmpje
  • Werken aan je opdrachten H3 Lezen
  • Evaluatie

Slide 2 - Slide

Lezen
timer
10:00

Slide 3 - Slide

#Boekpraat
*Welk boek heb je vandaag meegenomen?
*Wij maken een leeslijst.

*Dit boek gebruik je voor je 2e fictieopdracht, inleverdatum volgt nog.

Slide 4 - Slide

Tekstverbanden en signaalwoorden
In teksten hebben zinnen en alinea's met elkaar te maken. Ze houden verband met elkaar. Aan een signaalwoord zie je met welk verband je te maken hebt. Die woorden helpen je een tekst beter te begrijpen.

Slide 5 - Slide

Planning
*in som staat de planning voor het huiswerk en de toets;
*informatie toets Lezen --> in som;
*week 2 en 3 herhaling uitleg en oefenen lesstof H3 Lezen
*verder werken met H3 Taalverzorging / grammatica 

Slide 6 - Slide

Planning
Toets Lezen H2 + H3 dinsdag 24 januari 2023.
Hoofd- en bijzaken, tekstverbanden en signaalwoorden.

Wat moet je kennen en kunnen? kijk even in som.

Slide 7 - Slide


Slide 8 - Slide

Tekstverbanden

Slide 9 - Mind map

Slide 10 - Video

Tekstverbanden met aantal signaalwoorden 1/2
  • Tegenstelling:     in tegenstelling tot, maar, echter, hoewel, daarentegen,..
  • Voorbeeld:           denk aan, zo, zoals, bijvoorbeeld, neem nou, ..
  • Opsomming:       ten eerste, ten tweede, ook , en, opsommingstekens, ...
  • Oorzaak-gevolg doordat, waardoor, want, daardoor, ..
  • Tijdsvolgorde      eerst, daarna, nu, vroeger, morgen, nadat, vervolgens, ..

Slide 11 - Slide

Tekstverbanden met aantal signaalwoorden
 2/2
Doel-middel   om te, daarmee, waarmee, door middel van, ...
Voorwaarde    tenzij, mits, als, onder de voorwaarde dat, ...
Mening             ik vind, volgens mij, mijns inziens
Argument        want, namelijk, omdat, ...
Conclusie        kortom, concluderend, dus, samengevat, al met al, vandaar, ..

Slide 12 - Slide

Verband: opsomming
Signaalwoorden: allereerst, ten eerste, ten tweede, ook, bovendien, daarnaast, verder, vervolgens, tot slot

Max is dol op sporten. Hij kan goed wielrennen, maar hij is ook een prima zwemmer. Bovendien loopt hij regelmatig hard.

Slide 13 - Slide

Welk signaalwoord geeft een opsomming aan?

Ik heb geen zin in school. Verder vind ik het jammer dat de vakantie voorbij is.

Slide 14 - Open question

Verband: tegenstelling
Signaalwoorden: maar, daarentegen, echter, toch, integendeel

De weerman vertelde dat het vandaag mooi weer zou worden, maar het regende heel erg hard.

Slide 15 - Slide

Welk signaalwoord geeft een tegenstelling aan?

De vakantie duurde twee weken. Toch vond ik dat te kort.

Slide 16 - Open question

Verband: conclusie
Signaalwoorden: dus, kortom

Het is dus niet zo moeilijk om een voldoende voor de toets te halen als je leert.

Slide 17 - Slide

Welk signaalwoord geeft een conclusie aan?

Kortom, we hebben best lang vakantie.

Slide 18 - Open question

Verband: oorzaak - gevolg
Signaalwoorden: doordat, hierdoor, met als gevolg

De trein was vertraagd. Hierdoor kwam ze te laat.


Slide 19 - Slide

Welk signaalwoord geeft oorzaak-gevolg aan?

De straat is ondergelopen doordat het hard geregend heeft.

Slide 20 - Open question

Verband: voorbeeld
Signaalwoorden: bijvoorbeeld, een voorbeeld (hier)van is, zo, zoals, ter illustratie

In de natuur komen verschillende slangen voor, zoals adders en ratelslangen.

Slide 21 - Slide

Welk signaalwoord geeft een voorbeeld aan?

Tijdens gym doen we verschillende sporten. Zo voetballen we soms, maar moeten we ook hardlopen en turnen.

Slide 22 - Open question

Verband: reden
Signaalwoorden: want, omdat, daarom, vanwege, immers, namelijk

Ik vind dat we een huiswerkvrije school moeten krijgen, want dan hoef je thuis niets meer voor school te doen.

Slide 23 - Slide

Welk signaalwoord geeft een reden aan?

Ik heb geen zin om te fietsen, omdat het regent.

Slide 24 - Open question

Zelfstandig werken
Maken: H3 Lezen
Opdracht 5, 6 en 8
Via som/ Nederlands/H3/Lezen
of in je boek
TH blz. 68
VWO blz. 76



timer
20:00

Slide 25 - Slide

Evaluatie
*Beheers je de lesdoelen?
*Weet je waarvoor tekstverbanden nodig zijn in een tekst?
*Kun je signaalwoorden herkennen?
*Wil je nog ergens uitleg over?

Slide 26 - Slide