1. Wat is criminaliteit

Startopdracht
Schrijf voor jezelf op wat criminaliteit is. 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Startopdracht
Schrijf voor jezelf op wat criminaliteit is. 

Slide 1 - Slide

1. Wat is criminaliteit?

Slide 2 - Slide

Planning
Verwachtingen dit schooljaar
Lesdoelen
instructie 
Aan het werk

Slide 3 - Slide


Meneer Vijfhuizen

Slide 4 - Slide

  • Bij binnenkomst jas aan de kapstok, telefoon in de koffer.
  • Boek(en) en Pen bij je! Allebei Niet bij je spijbelen!
  • Als ik of iemand praat is de rest stil
  • Stilte moment is het stil
  • Geen huiswerk, maar tijdens de les. Niet in de les dan na school (cijfer)

Slide 5 - Slide

Lesdoelen
  1. Uitleggen wat het verschil is tussen een ongeschreven regel en een geschreven regel en hier een voorbeeld van geven
  2. Uitleggen wat we verstaan onder crimineelgedrag
  3. Hoe draagt de media bij aan het gevoel van veiligheid

Slide 6 - Slide

Regels 
Ongeschreven regels zijn normen voor goed gedrag die
nergens op papier staan.
Geschreven regels zijn regels die wel zijn vastgelegd.



Slide 7 - Slide

Wat is criminaliteit?

Onder criminaliteit verstaan we al het gedrag dat door de
wet strafbaar is gesteld.

Slide 8 - Slide

Overtredingen en misdrijven
Niet al het criminele gedrag is even ernstig.
  1. Een overtreding is een licht strafbaar feit.
  2. Een misdrijf is een zwaar strafbaar feit.



Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Beeld van criminaliteit
Dit heeft veel te maken met de berichtgeving over
criminaliteit in de media.
Criminaliteit is sensationeel (spannend)

Slide 11 - Slide

Aan het werk
Wat ga je doen? Maken opdracht 1t/m4 (blz.7) 6t/m 8 (blz8/9)
Hulp nodig: kijk in de tekst.
Hoe ga ik aan het werk: eerst zelfstandig daarna samenwerken
T: Tot het einde van de les
Klaar? begrippenlijst en samenvatting

Slide 12 - Slide

Bespreken gemaakte opdrachten

Tijdens het bespreken:
Praat je als je een beurt krijgt.
Steek je een vinger omhoog als je iets wil vragen.
Schrijf je mee als je het antwoord fout hebt.

Slide 13 - Slide