2TL - H6 Vlakke figuren en ruimtefiguren (1.1)

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welkom!

Leg klaar:

Je laptop (dicht)

Ruitjesschrift

Etui

Rekenmachine

1.1  -> Oppervlakte berekenen met 'inlijsten'

Je kan lineaire verbanden herkennen

Terugblik -> Opp. ruit en vlieger

Oppervlakte ruit/parallellogram = basis x hoogte 

Oppervlakte vlieger = lange diagonaal x korte diagonaal : 2 

Je kan lineaire verbanden herkennen

1.1 -> Oppervlakte berekenen met 'inlijsten'

Je kan lineaire verbanden herkennen

1.1 -> Oppervlakte berekenen met 'inlijsten'

Je kan lineaire verbanden herkennen

1.1 -> Oppervlakte berekenen met 'inlijsten'

Je kan lineaire verbanden herkennen

1.1 -> Oppervlakte berekenen met 'inlijsten'

Je kan lineaire verbanden herkennen

1.1 -> Oppervlakte berekenen met 'inlijsten'

Oppervlakte lijst:

5 x 4 = 20 cm²

Je kan lineaire verbanden herkennen

1.1 -> Oppervlakte berekenen met 'inlijsten'

Je kan lineaire verbanden herkennen

1.1 -> Oppervlakte berekenen met 'inlijsten'

Opp. driehoeken:

Opp. 1:    2 x 2 : 2 = 2 cm²

Opp. 2:   3 x 1 : 2  = 1,5 cm²

Opp. 3:   3 x 3 : 2  = 4,5 cm²

Opp. 4:   2 x 1 : 2   =    1  cm²

Je kan lineaire verbanden herkennen

1.1 -> Oppervlakte berekenen met 'inlijsten'

Opp. figuur = 

20 - 2 - 1,5 - 4,5 - 1 = 11 cm²

Maken

1.1 Inlijsten A)

of

1.1 Inlijsten (B)

Wat is de naam van dit ruimtefiguur?

1. Prisma
2. Kegel
3. Cilinder
4. Piramide

Wat is de naam van dit

 ruimtefiguur?

1. Prisma
2. Kegel
3. Cilinder
4. Piramide

Wat is de naam van dit ruimtefiguur?

1. Prisma
2. Kegel
3. Cilinder
4. Piramide

Wat is de naam van dit ruimtefiguur?

1. Prisma
2. Kegel
3. Cilinder
4. Piramide

Wat is de naam van dit ruimtefiguur?

1. Prisma
2. Kegel
3. Cilinder
4. Piramide

Welke formule gebruik je om de

inhoud te berekenen?

1. π⋅straal​2​​⋅hoogte
2. π⋅straal​2​​⋅hoogte:3
3. Opp.grondvlak⋅hoogte
4. Opp.grondvlak⋅hoogte:3

Welke formule gebruik je om de

inhoud te berekenen?

1. π⋅straal​2​​⋅hoogte
2. π⋅straal​2​​⋅hoogte:3
3. Opp.grondvlak⋅hoogte
4. Opp.grondvlak⋅hoogte:3

Wat is de oppervlakte van het 

grondvlak?

1. 6
2. 21
3. 42
4. 30

Welke formule gebruik je om de

inhoud te berekenen?

1. π⋅straal​2​​⋅hoogte
2. π⋅straal​2​​⋅hoogte:3
3. Opp.grondvlak⋅hoogte
4. Opp.grondvlak⋅hoogte:3

Wat is de straal?

1. 100 cm
2. 200 cm
3. 17 m
4. π

Welke formule gebruik je om de

inhoud te berekenen?

1. π⋅straal​2​​⋅hoogte
2. π⋅straal​2​​⋅hoogte:3
3. Opp.grondvlak⋅hoogte
4. Opp.grondvlak⋅hoogte:3

Welke vorm heeft het grondvlak?

1. rechthoek
2. driehoek
3. parallellogram
4. cirkel

Wat is de diameter?

1. 4 cm
2. 6 cm
3. 8 cm
4. π

Welke formule gebruik je om de

inhoud te berekenen?

1. π⋅straal​2​​⋅hoogte
2. π⋅straal​2​​⋅hoogte:3
3. Opp.grondvlak⋅hoogte
4. Opp.grondvlak⋅hoogte:3