Een zintuigcel in de huid wordt zodanig geprikkeld dat er impulsen worden voortgeleid in de sensorische zenuwcel die ermee is verbonden. De prikkelsterkte wordt opgevoerd. Er worden twee beweringen gedaan.
1. Als gevolg van de opgevoerde prikkelsterkte zal de impulsfrequentie toenemen.
2. Als gevolg van de opgevoerde prikkelsterkte zal de impulssterkte toenemen.
Welke bewering(en) is (zijn) juist?