2V 12. Stunde

timer
3:00
Selbständig
1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

timer
3:00
Selbständig

Slide 1 - Slide

Entdecke die Fehler
Bedenke 2 Sätze mit  Fehlern

1.Mein Klasse ( v) sind sehr gut in deutch.

Slide 2 - Slide

Datum Toetsen
week 43:  23/1O (vrijdag) : Luistertoets ( 2x)

week 44  30/10 ( vrijdag) : SO - K2 ( 1x)

week 46/47: toetsweek: Leestoets + woordenschat: K1+ K2 ( 2x)

Slide 3 - Slide

Lernziel
je kan zwakke werkwoorden met stam d-t vervoegen en toepassen

Slide 4 - Slide

Programm
Ha-Kontrolle
Grammatik: zwakke werkwoorden stam d/t
Aufgaben machen/ besprechen
Vorbereitung Präposition
Ha


Slide 5 - Slide

Wer bin ich
Wahl:
1. RAP schreiben
2. Gedicht schreiben
3. PowerPoint PrÄsentation
-> alle punten op het blaadje moet je verwerken

Slide 6 - Slide

Aufgaben machen/besprechen

  • Besprechen S.54 / Nr. 1,2,3,5,7 ,8
  • Hören: S. 55 / Nr. 4
  • Grammatik: S. 58 / Nr. 9-12

timer
1:00

Slide 7 - Slide

Was weißt du über Köln?
timer
1:00

Slide 8 - Slide

Hausaufgabe
Lernen:
  • LB: K2:  L 1/ L2( Wörter) 
Machen:

Slide 9 - Slide

Übersetze
1.  mijn  Wo ist .................... Schwester?
2. onze: .Hast du ......... Geschwister kennengelernt?
3. een: Ich möchte .............. Glas (o.) Tee.
4. zijn jullie:  ......................... in Amsterdam.
5.  jullie:   ich komme zu  ...................... Haus (o).
6.  zijn :  Kennst du ..............  Cousine ?

Slide 10 - Slide

Übersetzt
1. belangrijk                                           8. vielleicht
2. helaas                                        9 . Ben jij 16 jaar oud?
3. haar broer is vriendelijk                 10. ganz
4. Mijn broer
5. Zij oefent dagelijks.
6.  Waar komt zijn nicht vandaan?
7. immer

Slide 11 - Slide

Übersetze
1.  Hoe heten jullie?......................................
2. Heb jij ..........................  (een)........ Schwester
3. Waar is zij geweest?....................................................
4. zijn zij :  ......................... in Amsterdam.
5. (mijn)....................  Onkel(komt)................... heute.
6. Wanneer heeft hij zijn..................................Schuhe  gekauft?

Slide 12 - Slide

HGW
1.  verschieden                  8. de broers
2. later             9.  Hebben jullie plezier?
3. nu                                          10. schlimm
4. maart
5. ik ben enig kind.
6. Zijn je ouders getrouwd?
7. weil

Slide 13 - Slide

Lernziel
  • je kent de namen van den maanden in het Duis
  • je kan in een brief over jezelf  en over andere schrijven

Slide 14 - Slide

Programm

  • Aufgaben machen + besprechen
  • Extra Material Grammatik
  • HA

Slide 15 - Slide

Aufgaben besprechen/machen
  • Besprechen: S.36/Nr. 1,2,7,8,10,11
  • Machen: S. 43 / Nr. 1-7 ( 6 niet)

timer
1:00

Slide 16 - Slide

Hausaufgabe
Lernen:
  • LB: S. 48 / L 1-L6( Wörter) GR: S.11,12,18, 20
  • RM :L3 / L6
Machen:

Slide 17 - Slide

  •  Ja, ich habe alles richtig -> ich beherrsche die Grammatik
  • ich habe die Hälfte / mehr als die H. richtig -> Fehler gut anschauen und nochmal durchnehmen
  • ich habe mehr als die Hälfte falsch-> noch einmal durchnehmen und lernen

Slide 18 - Slide