8.1 Het werkt (+ oefenen 8.1 en 8.2)

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

 Welkom!                                                          

"Je lichaam werkt"

                              Wat komt er aan bod?

• Orgaanstelsels <---> cellen
• Ademhaling
• Transport in bloed
• De bloedsomloop
• (Lymfe- )
  

Terugblik!

Orgaanstelsels

• Verteringsstelsel
• Ademhalingsstelsel
• Bloedvatenstelsel
• Uitscheidingsstelsel
• Zenuwstelsel
  

Hoe zijn cellen gebouwd?

Organellen

• Celkern: regelcentrum,  bevat DNA --> recepten voor het maken van eiwitten
• Ribosomen: maken de eiwitten
• Endoplasmatisch reticulum: netwerk voor het vervoer van eiwitten
• Mitochondiën: de energiecentrales --> verbr. glucose
  

Zelf doen!

De paragraaf lezen +

Opdrachten 1 t/m 10 (V)

1 t/m 7 (H)

 Welkom!                                                          

Energie

Je hebt altijd energie nodig;

• Spieren te laten bewegen.
• Je warm te houden
• Nadenken
• Eten verteren

Hoe komen je spieren aan energie?

Orgaanstelsels die hierbij helpen:

via verteringsstelsel glucose in bloed

via ademhalingsstelsel zuurstof in bloed

via bloedvatenstelsel glucose en zuurstof in 

spieren

Hoe komen spieren aan energie?

Hoe komen spieren aan energie?

Energie uit glucose komt 

vrij door verbranding

Zelf doen!

Maken 11 t/m 14

( 1 t/m 10 had je al gedaan...) V

--->   1 t/m 12 (H)

Oefenen!

Wat verstaan we onder een orgaanstelsel?

1. alle organen die werken
2. alle organen die bezig zijn met leven
3. alle levende organen
4. alle organen die samenwerken aan 1 taak

Wat zijn de restproducten van de verbranding?

1. co2 en energie
2. water en warmte
3. co2 en warmte
4. water en co2

->

-->

koolstofdioxide

water

zuurstof

glucose

energie

mond, slokdarm, lever, maag, dunne darm, dikke darm, anus

neusholte, mondholte, luchtpijp, long

bloedvaten, hart

nier, urineleider, blaas, urinebuis

hersenen, ruggenmerg, zenuwen

Bloedvatenstelsel

Ademhalingsstelsel

Verteringsstelsel

Uitscheidingsstelsel

Zenuwstelsel

Wat verstaan we onder gaswisseling?

1. Het verwijderen van afvalstoffen uit het lichaam
2. Het transport van voedingsstoffen in het bloed
3. Het produceren van energie in de cellen
4. Het uitwisselen van zuurstof en koolstofdioxide in de longen

Hoe komt een inademing tot stand?

1. Het middenrif ontspant en de ribben gaan omlaag
2. De longen persen lucht naar buiten
3. Het middenrif trekt samen en de ribben gaan omhoog
4. De buikspieren trekken samen en de ribben gaan omlaag

Hoe wordt de ademhaling geregeld?

1. Door de longen
2. Door het ademhalingscentrum in de hersenen
3. Door de maag
4. Door het hart

De luchtpijp vertakt zich in

1. de bronchiën
2. longblaasjes
3. luchtpijpvaten
4. luchtpijptakjes

Je kunt beter ademhalen door je neus omdat

1. de lucht dan wordt verwarmd
2. je gewaarschuwd wordt voor gevaarlijke stoffen
3. de lucht vochtig gemaakt wordt
4. alle antwoorden zijn goed