Sommerquiz 2024

Sommerferienquiz 2024

1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slide and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Sommerferienquiz 2024

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wenn jemand ruft "Sturbord", was meint er dann?
A
rechterkant
B
achterkant
C
linkerkant
D
voorkant

Slide 2 - Quiz

15 seconden
Wenn du diesen Sommer ein 'paperback' liest. Was meint man dann?
A
spannend boek
B
boek van gerecycled papier
C
boek met harde kaft
D
boek met zachte kaft

Slide 3 - Quiz

15 seconden

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Wat heeft de leraar die er later bijkomt in zijn hand?

Slide 5 - Open question

15 seconden
Hoe vaak wordt de leraar verbeterd door de vader? Noteer een cijfer als antwoord.

Slide 6 - Open question

10 seconden
Welk liedje is hier versneld?
Welches Lied hörst du hier? 
A
Wake Me Up
B
Sleepwell
C
SOS
D
the Night

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

"Wir haben Deutsch am Montag."
Wat moet je vragen om dit als antwoord te krijgen?
A
Wann habt er Deutsch?
B
Wann hat ihr Deutsch?
C
Wann haben ihr Deutsch?
D
Wann habt ihr Deutsch?

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Welches Eis wird in den
Niederlanden am meisten
gegessen?
A
Cornetto
B
Raketje
C
Magnum
D
Calippo

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

"Nein, wir kommen aus den Niederlanden."
Wat moet je vragen om dit als antwoord te krijgen?
A
Kommst ihr aus Frankreich?
B
Kommen ihr aus Frankreich?
C
Kommt ihr aus Frankreich?
D
Kommt er aus Frankreich?

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

De Duitse en Nederlandse taal lijken een beetje op elkaar. Uit welke taalfamilie komen beide talen?
A
Latijnse talen
B
Germaanse talen
C
Habsburgse talen
D
Romaanse talen

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Het wordt tijd voor vakantie.
A
feit
B
mening
C
stelling
D
vraag

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Wie oft wird Barbara gesagt?
A
7
B
8
C
9
D
10

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions


Wo liegt Berlin? 
A
rood
B
blauw
C
geel
D
groen

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wie sagt man auf Deutsch:
'Wat zegt u?'
A
Was???
B
Ich verstah nicht!
C
Was sagen du?
D
Wie bitte?

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Welche Sprache hörst du hier?
A
Österreichisch
B
Plattdeutsch
C
Schweizerisch
D
Schwäbisch

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

In een bak ijs zit 500 gram ijs. Daniel eet 300 gram ijs. Hoeveel % heeft Daniel van het ijs gegeten?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Die Bremer Stadtmusikanten sind
A
ein Pferd, ein Hund, eine Katze, ein Papagei
B
ein Pferd, ein Hund, eine Katze, ein Hahn
C
ein Esel, ein Hund, ein Hamster, ein Hahn
D
ein Esel, ein Hund, eine Katze, ein Hahn

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Benaderingsvraag!
Duitsers plakken woorden achter elkaar en hierdoor ontstaan enorme lange woorden. Hoeveel letters heeft het langste Duitse woord?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Wie sagt man auf Deutsch?
'Hoe zeg je dat in het Duits?'
A
Wie sagst du das im Deutsch?
B
Wie heißt das auf Deutsch?
C
Wie meint man das in Deutsch?
D
Ik kann nicht deutsch sprechen

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Waarover gaat dit liedje? Het erover...
A
Dat niemand van de tweeen Frans kan praten.
B
Dat ze elkaar allebei leuk vinden, hoewel ze niet dezelfde taal spreken.
C
Dat ze elkaar NIET leuk vinden, omdat ze niet dezelfde taal spreken.
D
Hoe moeilijk het is om Frans te leren.

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Es ist noch schon bekannt wer
euer neuer Deutschlehrer ......
A
werden
B
wird
C
werde
D
wirt

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wann beginnt das Oktoberfest?
A
August
B
September
C
Oktober
D
November

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Woran sterben mehr Menschen im Jahr?
A
vallende kokosnoten
B
haaienbeten
C
verdrinken
D
insectenbeet

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Welche Sprache wird offiziel in der Schweiz gesprochen??
A
Deutsch
B
Italienisch
C
Französisch
D
Retroromanisch

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Welcher Fluss fliesst durch die Niederlande und Deutschland?
A
De Rijn
B
De IJssel
C
De Lek

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Welcher ist der höchste Berg Deutschlands?
A
Das Matterhorn
B
Der Zungenspitze
C
Die Alpspitze
D
Die Zugspitze

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Welk merk heeft Adi Dassler opgericht?
A
Nike
B
Adidas
C
Puma
D
Under Armor

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Wie heißt das Stadion von FC Bayern München?
A
Allianz Arena
B
Olympiastadion
C
Veltins-Arena
D
Tivoli

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Wat is alektorofobie?
A
angst voor kippen
B
angst voor lezen
C
angst voor elektriciteit
D
angst voor vleermuizen

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

In welchem Land wird das meiste Bier getrunken?
A
Rusland
B
Tjechië
C
Nederland
D
Duitsland

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Letztes Jahr sind wir nach Portugal .....(reizen)
A
gereisd
B
gereist
C
gereizt
D
geriesen

Slide 33 - Quiz

10 seconden
Wie oft grillen Niederländer
durchschnittlich im
Jahr?
A
8
B
9
C
14
D
19

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions


Hoeveel likjes kost het gemiddeld
om een bolletje ijs op te likken?!
A
20
B
30
C
40
D
50

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Was ist korrekt?
A
Schöne Ferien!
B
Viel Spaß in den Ferien!
C
Bis nach den Ferien!
D
Mach´s gut, bis September!

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions