Geld, de smeerolie van ruil week 39

Hoofdstuk 3
Geld, de smeerolie van ruil
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Hoofdstuk 3
Geld, de smeerolie van ruil

Slide 1 - Slide

Vorige lessen
Schaarste -->keuzeprobleem
arbeidsdeling / specialisatie --> dit zorgt voor ruil
(ruilverhouding, eigendom, transactiekosten)

Slide 2 - Slide

Betaalmiddelen:

Welke betaalmiddelen ken jij? 

Slide 3 - Slide

Betaalmiddelen:

- munten, bankbiljetten
- pinpas
- creditcard
- acceptgiro 
- overschrijvingskaart
- internetbankieren
- mobiel bankieren

Slide 4 - Slide

3 functies van geld
- Ruilmiddel --> indirecte ruil = betalen
-Oppotmiddel --> ruilen over tijd (sparen)
-Rekenmiddel --> waardemeter

Slide 5 - Slide

Filmpje
Kijkopdracht: aan welke eisen moet iets voldoen om als geld te kunnen functioneren?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Technische eisen geld
- geld moet deelbaar zijn
-geld moet handzaam zijn
- geld moet duurzaam zijn
- geld mag niet makkelijk na te maken zijn

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Fiduciair geld
Geld ontleent zijn waarde aan het vertrouwen dat mensen erin hebben en niet aan de waarde van het materiaal waarvan het is gemaakt.

Slide 10 - Slide

Vandaag... 
Korte herhaling 2.1
Leerdoelen 2.2
Zelfstandig werken 2.2 

Slide 11 - Slide

2.2 De waarde van geld
 Lesdoelen:
  • Welke soorten geld er zijn.
  • Dat geld verschillende waarden heeft.
  • Hoe je echt geld van vals geld kunt onderscheiden.

Slide 12 - Slide







Chartaal geld:

het tastbare geld:
munten en biljetten






Giraal geld
onzichtbare geld: 
geld op je betaalrekening
Twee soorten geld:

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Waarde van geld
  • Nominale waarde:
     de waarde die op het geld staat.
  • Intrinsieke waarde: 
     de materiaalwaarde van het geld.

Slide 15 - Slide

Maatschappelijke geldhoeveelheid
Al het chartale en girale geld van bedrijven en gezinnen (in omloop)

Chartaal geld (in de kluis) bij banken hoort NIET bij de maatschappelijke geld-
hoeveelheid

Slide 16 - Slide

Echt geld of vals??
Betalen met vals geld is strafbaar!!

Hoe herken je vals geld?

Slide 17 - Slide

Echtheidskenmerken
Welke ken je? 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

De waarde van geld
Intrinsieke waarde: de waarde van het materiaal waarvan het geld gemaakt is.
Nominale waarde / Extrinsieke waarde: de waarde die op het geld gedrukt staat.
Interne waarde: de koopkracht van het geld. De hoeveelheid middelen die je voor je geld kunt kopen.

Slide 20 - Slide

Pak je laptop erbij, hier volgen een paar vragen

Slide 21 - Slide

kennis toetsen
Peter heeft voor €2000 schade aan zijn auto. Welke functie van geld wordt hier gebruikt?
Het geld op mijn spaarrekening is een voorbeeld:
chartaal, giraal of geen van beide
De waarde van het materiaal waarvan geld gemaakt is noemen we: extrinsieke, intrisieke, nominale of interne waarden

Slide 22 - Slide