Een waterkoker met een vermogen van 2200W doet er 1,5 minuut over om een liter water te koken.
Bereken hoeveel energie de waterkoker hiervoor verbruikt. Let bij je antwoord op het aantal significante cijfers.
Slide 3 - Slide
Bobslee
Tijdens een start levert een bobsleeër in 10 seconde een arbeid van 12,5 kJ.
Bereken het vermogen van de bobsleeër. Let bij je antwoord op het aantal significante cijfers.
Slide 4 - Slide
Vliegtuig
Een Boeing 747 vliegt, als het toestel op een hoogte van 10,7 km is, met een snelheid van 917 km/h. De vier motoren van het vliegtuig leveren op dat moment elk 200 kN aan motor kracht.
Bereken het nuttige vermogen van het vliegtuig. Let op het aantal significante cijfers.
Slide 5 - Slide
Windmolen
Het rendement van een windmolen is 14%. Tijdens een stormachtige dag vangt een windmolen per minuut 1400 J aan energie op.
Bereken het nuttig vermogen van de windmolen. Let bij je antwoord op de significante cijfers.