HV2E - 14-01-2025 - CH2C

HV2E ~ français ~ mardi le 14 janvier
Le saviez-vous?

Het Corsicaans (U Corsu) is de lokale Romaanse taal van Corsica. Het is een door het Frans beïnvloede variant van het Toscaans. Het Corsicaans wordt levend gehouden door de inspanning van talloze docenten, dichters, schrijvers en vrijwilligers.






1 / 14
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

HV2E ~ français ~ mardi le 14 janvier
Le saviez-vous?

Het Corsicaans (U Corsu) is de lokale Romaanse taal van Corsica. Het is een door het Frans beïnvloede variant van het Toscaans. Het Corsicaans wordt levend gehouden door de inspanning van talloze docenten, dichters, schrijvers en vrijwilligers.






Slide 1 - Slide

Les objectifs du cours dernier (lesdoelen)

  • Je kunt een gesprek over familie begrijpen.

  • Je weet hoe je stappenplan luisteren moet gebruiken.

  • Je kent woorden die te maken hebben met familie.

  • Je weet hoe je woorden kunt leren mbv plaatjes.






Slide 2 - Slide

Les objectifs du cours (lesdoelen)

  • Je weet dat je de e/d/t/s/x aan het eind van een woord meestal niet uitspreekt.

  • Je kunt jezelf en je familie voorstellen.

Slide 3 - Slide

Devoirs pour le 20 janvier
  • Faire: zinnen over je huisgenoten en huisdieren (naam, leeftijd, karakter, wat jullie graag samen doen)
    -> inleveren bij opdrachten in Teams

  • Apprendre: phrases-clés C

Slide 4 - Slide

Le programme

  • Passé composé en bezittelijk voornaamwoord - test

  • Prononciation

  • Phrases-cles "parler de sa famille"

  • Parler


Slide 5 - Slide

Passé composé - test

1. Nous ______________ (nager) dans la mer. 
2. Vous ______________ (rencontrer) le guide à l’entrée ?
3. Elle ______________ (regarder) la série « Lupin » ?
4. Vous _______________ (faire) de la natation ?

5. Ils __________ (être) en vacances en Italie.
6. Moi, j’ __________ (avoir) un jardin luxueux.



Slide 6 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord - test

1. Tu as aimé _______________(jouw) vacances?
2. J’ai nagé dans _____________ (onze) piscine.
3. Je suis en vacances avec _______________(mijn) parents.
4. On fait les magasins avec _______________ (haar) frère.
5. (Hun) ______________ prof de musique s’appelle Pierre.
6. (Zijn) ______________ cours sont pas mal.

 



Slide 7 - Slide

Le programme

  • Passé composé en bezittelijk voornaamwoord

  • Prononciation: ex. 13ab (p. 68)

  • Phrases-cles "parler de sa famille"

  • Parler


Slide 8 - Slide

Le programme

  • Passé composé en bezittelijk voornaamwoord

  • Prononciation

  • Phrases-cles "parler de sa famille": ex. 13ce

  • Parler


Slide 9 - Slide

Le programme

  • Passé composé en bezittelijk voornaamwoord

  • Prononciation

  • Phrases-cles "parler de sa famille"

  • Parler: ex. 14 (p. 69)


Slide 10 - Slide

Doel: ik weet hoe de uitspraak van e/d/t/s/x aan het eind van een woord gaat.
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll

Doel: ik kan mezelf en mijn familie voorstellen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

Dit heb ik vandaag geleerd:

Slide 13 - Mind map

Ik heb nog een vraag over ...

Slide 14 - Open question