de + bepaald lidwoord

de + bepaald lidwoord
Als het Franse voorzetsel de ( van) gevolgd wordt door le of les dan wordt het samengevoegd tot een woord.
de + le = du
de + les = des
1 / 19
next
Slide 1: Slide
TaalMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

de + bepaald lidwoord
Als het Franse voorzetsel de ( van) gevolgd wordt door le of les dan wordt het samengevoegd tot een woord.
de + le = du
de + les = des

Slide 1 - Slide

voorbeelden
C'est le jeu du garçon.  Het is het spel van de jongen.

C'est le chien des voisins. Het is de hond van de buren.

Slide 2 - Slide

Als de wordt gevolgd door  de la of de l'
de + la = de la

de + l' = de l'

Slide 3 - Slide

voorbeelden
C'est le portable de la fille.   Het is de mobiel van het meisje.

C'est la balle de l'enfant.    Het is de bal van het kind.

Slide 4 - Slide

Wat is goed?

De concertzaal
A
le salle de concert
B
la salle de concert
C
les salle de concert

Slide 5 - Quiz

Wat is goed?

de artiest
A
la artiste
B
le artiste
C
l'artiste
D
les artiste

Slide 6 - Quiz

Wat is goed?

de groep
A
le groupe
B
la groupe
C
les groupe

Slide 7 - Quiz

Wat is goed?

de muzikanten
A
la musiciens
B
les musiciens
C
le musiciens

Slide 8 - Quiz

Wat is goed?

het stadscentrum
A
le centre ville
B
la centre ville
C
les centre ville

Slide 9 - Quiz

Wat is goed?

de bakker
A
la boulanger
B
le boulanger
C
les boulanger

Slide 10 - Quiz

Wat is goed?

de film
A
la film
B
les film
C
le film

Slide 11 - Quiz

vul in
De moeder van het meisje.
La mère .......... fille

A
de l'
B
de la
C
du
D
des

Slide 12 - Quiz

vul in
De kinderen van de buren.
Les enfants ....... voisins
A
du
B
des
C
de l'
D
de la

Slide 13 - Quiz

vul in
De acteurs van de film.
Les acteurs ...... film
A
du
B
des
C
de l'
D
de la

Slide 14 - Quiz

vul in
De leraar van het meisje.
Le professeur .......... fille
A
du
B
des
C
de l'
D
de la

Slide 15 - Quiz

vul in
De kat van de neef.
Le chat .......cousin
A
du
B
des
C
de l'
D
de la

Slide 16 - Quiz

vul in
Wij gaan naar het stadscentrum.
Nous allons ...... centre-ville
A
du
B
aux
C
au
D
de la

Slide 17 - Quiz

vul in
De acteurs van de film zijn goed.
Les acteurs ....... film sont bons
A
du
B
des
C
de l'
D
de la

Slide 18 - Quiz

vul in
De vriend ........ de zanger.
L'ami ..... chanteur
A
du
B
des
C
de l'
D
de la

Slide 19 - Quiz