Unité 2 - praten over je vakantie + mening geven

1 / 10
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Planning tot einde schooljaar

Slide 2 - Slide

- Parler de tes vacances de printemps
                              Parler



Jeudi 16 mai
Na deze les kan ik / weet ik:
- Kan ik een vertellen over mijn vakantie en iemand vragen over zijn vakantie.
- Kan ik mijn mening geven over iets uit het verleden.

Slide 3 - Slide

Demander l'opinion...
De werkwoorden die je kunt gebruiken
om de mening van iemand te vragen:
  •                                   = vinden
  •                                   = denken
  •                                   = houden van/                                             leuk vinden
  •                                   = liever hebben

Voorbeeldvragen
  • ....
  • ....
De werkwoorden in een vraag gebruiken:

  •                                          = Hoe                                
  •                                           = Wat

Slide 4 - Slide

Donner l'opinion...
Je trouve que ......
Je pense que ......




c’est intéressant
c’est dingue
c’est marrant



J’aime beaucoup
C’est joli, je trouve
J’adore ça
Je trouve ça formidable




c’est nul
c’est dingue
c’est bizarre
c’est horrible!
c’est moche

Je déteste
Je n'aime pas
Je préfère .........



Slide 5 - Slide

- Parler de tes vacances de printemps
                              Parler



Vendredi 17 mai
Na deze les kan ik / weet ik:
- Kan ik een vertellen over mijn vakantie en iemand vragen over zijn vakantie.
- Kan ik mijn mening geven over iets uit het verleden.

Slide 6 - Slide

Les questions...
  1. Wat heb je gedaan tijdens de vakantie? (antwoord minimaal 3 dingen)
  2. Hoe laat ben je opgestaan tijdens de vakantie? (antwoord met de tijd die het meestal was)
  3. Wat heb jij gegeten tijdens de vakantie? (antwoord met minimaal 2 verschillende gerechten)
  4. Stel 2 meningsvragen over Lille.
  5. Stel een vraag om een beschrijving van de dag in Lille te krijgen. (antwoord met 2 verschillende zinnen met 2 verschillende werkwoorden)


Schrijf elke vraag in het Frans op een apart kaartje.
Schrijf op elke kaartje jouw antwoord in het Frans op de achterkant.

Slide 7 - Slide

Les questions...
Wat heb je gedaan tijdens de vakantie? (antwoord minimaal 3 dingen)
  • Qu'est ce que tu as fait pendant les vacances? J'ai ....+ voltooid deelwoord + rest van de zin.

Hoe laat ben je opgestaan tijdens de vakantie? (antwoord met de tijd die het meestal was)
  • À quelle heure tu t'es levé(e) pendant les vacances? Je me suis levé(e) à + kloktijd.

Wat heb jij gegeten tijdens de vakantie? (antwoord met minimaal 2 verschillende gerechten)
  • Qu'est ce que tu as mangé pendant les vacances? J'ai mangé + lidwoord (du/de la/des)+ gerecht.




Slide 8 - Slide

Donner ton opinion: les questions et les réponses ....
Schud je kaartjes
Stel elkaar de vragen en geef elkaar antwoord
timer
7:00

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide