Reading strategies + Linking words

1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Lees onderstaande leessituaties. Welke leesstrategie pas je toe?
Situatie 1: 
Om 07.00 uur valt de krant door de brievenbus. Voordat je naar school gaat, wil je snel weten wat het belangrijkste nieuws is. 
Situatie 2: 
Voor biologie moet je een werkstuk maken over klimaatverandering. Je hebt op een internet een tekst gevonden over het klimaat. Je wilt weten of je de tekst kunt gebruiken.
Situatie 3: 
Je hebt morgen een toets over de Romeinen. Je leest de tekst in je boek geschiedenis.
Situatie 4:
Je wilt een pretpark bezoeken en bent benieuwd naar de prijzen. Je bezoek de website van het pretpark.
Orienterend lezen
Skimmen/Globaal lezen
Intensief lezen
Scannen/zoekend lezen

Slide 7 - Drag question

Signaalwoorden
Zorg dat je:
A) signaalwoorden herkent;
B) weet welk verband ze aangeven;
C) weet hoe je ze in een zin gebruikt;
D) KORTOM: Leer de signaalwoorden!


Slide 8 - Slide

Welk signaalwoord/functiewoord hoort bij welk tekstverband? Sleep de goede antwoorden naar elkaar toe.
As well as
In short
To praise
To criticize
For instance
Uitbreiding/Opsomming
Gevolg/Conclusie
Ondersteunen (positief)
Tegenstelling
Voorbeelden

Slide 9 - Drag question

besides
therefore
in particular
although 
nevertheless
unless
Likewise
evenzo
tenzij
niettemin, ondanks
hoewel
in het bijzonder
daarom
bovendien

Slide 10 - Drag question

He should not be doing this job, ... he was not trained for it.
A
despite
B
however
C
since
D
such as

Slide 11 - Quiz

Welk signaalwoord in de tekst geeft een tegenstelling aan?

Slide 12 - Open question

Which of the following fits the gap in paragraph 2?
A
Obviously
B
In other words
C
Consequently
D
Yet

Slide 13 - Quiz

Which of the following fits the gap in the text?
A
has become unpopular
B
is no longer justifiable
C
is understandable
D
may finally catch on

Slide 14 - Quiz

Wat is volgens alinea 1 de belangrijkste oorzaak voor het krimpen van de
aantallen rode eekhoorns?
Geef antwoord in het Nederlands.

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

1. How much discount do you get off printers?
A
80%
B
50%
C
25%
D
30%

Slide 17 - Quiz

2. The sale begins on....
A
16 May
B
25 April
C
17 May
D
24 April

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

3. There is a big ........ sale.
A
Shop
B
Warehouse
C
Storage

Slide 20 - Quiz