wi 1 140322 Tc 8.12 en 8.13

Het boek is bijna uit!!!

Maandag

14 maart

2022

Welkom

allemaal!

1 / 19

Slide 1: Slide

NT2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Lesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Het boek is bijna uit!!!

Maandag

14 maart

2022

Welkom

allemaal!

Slide 1 - Slide

Dit gaan we doen vandaag:

Woorden herhalen uit de vorige les.
Huiswerk nakijken
Verder met 8.12 en 8.13
Spreekopdracht
Schrijfopdracht

Slide 2 - Slide

vakantie

Slide 3 - Slide

de tent
de tenten

Slide 4 - Slide

weer
het weer

Slide 5 - Slide

wandelen
ik wandel
jij wandelt
de wandeling

Slide 6 - Slide

fietsen

Slide 7 - Slide

het zwembad
de zwembaden

Slide 8 - Slide

de natuur

Slide 9 - Slide

de vogel
de vogels

Slide 10 - Slide

Doei-doei!!! Tot ziens!!!

Slide 11 - Slide

Als je iets niet begrijpt:

Wat is dat?
Hoe heet dat?
Wat betekent dat?
Wat bedoelt u?
Kunt u dat uitleggen?

Slide 12 - Slide

Hoor of versta je het niet?

Wat zegt u? Ik versta u niet.
Wilt u langzaam praten?
Wilt u het nog een keer zeggen?
Kunt u dat herhalen?

Slide 13 - Slide

Als je iets wilt aanwijzen gebruik je de woorden:

dit - dat - deze - die

8.12 Dit boek is hier. Dat boek is daar.

Als je iets wilt aanwijzen, gebruik je deze woorden:

dit - dat - deze - die

dichtbij ver weg

het-woord het boek dit boek dat boek

de- woord de tas deze tas die tas

meervoud de boeken deze boeken die boeken

(bij meervoud altijd de, dus ook altijd deze of die!)

Slide 14 - Slide

Zelf maken:

Opdr 90

Opdr 91

Slide 15 - Slide

8.13 Vrienden

Opdr 92

Kennen jullie de blauwe woorden? Leer ze!

Opdr 93

Zelf doen: 95, 96, 99 en 100

Samen: 97 en 98

Slide 16 - Slide

Samen praten:

Van 8.11: 87

Van 8.13: 101

Praatplaat van Th 8: Vertel elkaar om beurten wat je op de plaat ziet.

Slide 17 - Slide

Een kaart sturen

Stel je voor:

Je bent een dagje uit in Staphorst.

Je hebt een leuke dag en stuurt een kaart naar een vriend.

Wat zet je daar op?

Slide 18 - Slide

Schrijfopdracht

Kies van de praatplaat 1 persoon uit die jij bent en schrijf een kaart naar Nederland.

Zet er op: de 'vaste dingen' en

- Waar je bent, - wat je daar doet en - hoe het daar is.

Slide 19 - Slide