What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
NU Ned 1F 2F Deel B H4 1 au-c-ij-Franse leenwoorden-ou-ei-i-afkortingen
Lastige woorden
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
This lesson contains
24 slides
, with
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Lastige woorden
Slide 1 - Slide
H4 Lastige woorden
- Paragraaf 4.1 Woorden met au-c-ij-Franse leenwoorden
- Paragraaf 4.2 ou-ei-i-afkortingen
Je spelt een aantal lastige woorden, leenwoorden en afkortingen juist
Slide 2 - Slide
C of K?
Slide 3 - Slide
Doel
Je herhaalt vandaag de woorden met
c als s
c als k
c als ch
Slide 4 - Slide
Woorden met c als k
cavia
camera
club
code
reclame
accu
Slide 5 - Slide
c of k?
De meeste Nederlandse woorden die met een -k- worden uitgesproken, schrijf je met een k.
Hoe weet je of het ee C of K is?
Vuistregels
. Staat na de c een e, i of ij, dan klinkt de c als s. Staat na de c een a, o, u, l of r dan klinkt de c als k.
Slide 6 - Slide
Woorden met c als s
centimeter
cirkel
accessoires
cent
cel
centrum
Slide 7 - Slide
Woorden met c als k EN s
accent
succes
accepteer
accijns
Slide 8 - Slide
Twijfels bij het spellen?
Naast de betekenis, kun je ook in een woordenboek de juiste spelling opzoeken.
Slide 9 - Slide
ei of ij?
De spelling van ei of ij moet je gewoon aanleren.
Toch zijn er wat hulpmiddelen die je kunt gebruiken om de juiste spelling aan te leren.
Slide 10 - Slide
ei of ij
Zwakke werkwoorden
met een ij/ei-klank in het woord worden meestal geschreven met de korte ei.
Woorden die eindigen op
-heid
spel je altijd met een korte ei op het einde.
Woorden die eindigen op
-lijk(s)
spel je altijd met een lange ij op het einde.
Slide 11 - Slide
Franse leenwoorden
In de Nederlandse taal gebruiken we veel woorden uit een andere taal, zoals
accessoires
en
garage
.
Zulke woorden noemen we
leenwoorden
.
Slide 12 - Slide
Welke Franse leenwoorden zijn er?
Franse leenwoorden worden meestal zo geschreven zoals de oorspronkelijke woorden in het Frans, bijvoorbeeld:
cadeau, bureau, café, restaurant, aubergine, vanille, champagne, trottoir, plafond, croissant.
Slide 13 - Slide
ou of au?
Er wordt weleens gezegd: als je het echt niet weet en je moet gokken, schrijf dan ou; die komt namelijk het meest voor in het Nederlands.
Slide 14 - Slide
ou of au?
Maar, helemaal aan het begin van een woord is het bijna altijd au:
aubade, augurk, aureool, auto (uitzondering: oubollig).
Slide 15 - Slide
ou of au?
Er zijn veel meer woorden met ou dan met au.
Wanneer schrijf je een au?
Vóór
bijna alle medeklinkers schrijf je een au.
Slide 16 - Slide
i
Soms schrijf je woorden met een i maar hoor je ie. Wanneer dit zo is, moet je simpelweg onthouden door veel te lezen en te oefenen met deze woorden.
Slide 17 - Slide
i
Meestal geldt de volgende regel:
hoor je aan het einde van een lettergreep een ie, dan schrijf je i. Kijk maar naar de volgende woorden:
eskimo, irritant, compliment, kiwi
piste, minimaal, bizar, titel, activiteit
Slide 18 - Slide
i
Als je ie hoort, maar niet aan het einde van een lettergreep, dan schrijf je vaak ie. Kijk maar naar de volgende woorden:
vierkant, vriend, dienst, spier, plezier
Slide 19 - Slide
afkortingen
De meeste afkortingen maak je met de eerste letter van elke woord:
d.w.z. (dat wil zeggen)
m.a.w. (met andere woorden)
Slide 20 - Slide
afkortingen
Soms moet je
hoofdletters
gebruiken en zet je geen punten tussen de letters. Dit komt veel voor bij afgekorte bedrijfsnamen:
ABN Amro (Algemene Bank Nederland)
KLM (Koninklijke Luchtvaart Maatschappij)
Slide 21 - Slide
afkortingen
Wanneer de afkorting tegenwoordig gewoon spreektaal is, dan zetten we geen puntjes tussen de letters van de afkorting.
tv
(want we zeggen niet meer 'televisie')
cd
(want we zeggen niet meer 'compact disk')
mp3
(want we zeggen niet meer 'Motion Pictures layer 3')
aub
(want je mag nu aub of alstublieft zeggen)
Slide 22 - Slide
Twijfels in de spelling?
Je kunt ook afkortingen opzoeken in een (online)woordenboek, als je afkortingen gebruikt, maar twijfelt over de spelling.
Slide 23 - Slide
Maken
Maak de opdrachten in het lesboek:
- paragraaf 4.1
- paragraaf 4.2
Slide 24 - Slide
More lessons like this
Klanken, Les 1: ou-au
December 2022
- Lesson with
27 slides
by
A-NT2 maar mee!
ISK
ANT2+
Middelbare school
Praktijkonderwijs
ISK
vmbo lwoo
Leerjaar 1
A-NT2 maar mee!
Taalverzorging: ei,ij,au,ou,i,ie,y
January 2023
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Nederlands Spelling herhaling
February 2018
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Extra klanken
September 2024
- Lesson with
26 slides
Blok 3 - les 9 - geit, pauw dirigent en ww
November 2024
- Lesson with
15 slides
Spelling
Basisschool
Groep 6
Blok 3 - les 9 - geit, pauw dirigent en ww
November 2024
- Lesson with
15 slides
Spelling
Basisschool
Groep 6
Klanken (UI, EU, AU/OU)
December 2022
- Lesson with
23 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1
Klanken (UI, EU, AU/OU)
April 2024
- Lesson with
23 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1