adverbs of frequency

Today
- Uitleg adverbs of frequency
- Oefenen
- Homework

1 / 22
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Today
- Uitleg adverbs of frequency
- Oefenen
- Homework

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

adverbs of frequency
bijwoorden die aangeven hoe vaak iets gebeurd.
0% never (nooit)
10% hardly ever (bijna nooit)
25% sometimes (soms)
50% often (vaak)
80% usually (meestal)
100% always (altijd)

Slide 3 - Slide

STAPPENPLAN
1) Staat er: am - are - is  in de zin?
2) JA: bijwoord achter het werkwoord
I am always late.

3) NEE: bijwoord van regelmaat er voor het werkwoord
I always speak the truth.

Slide 4 - Slide

Voorbeeldzinnen

voorbeelden met am/is/are
I am usually going to work by car.
They are never tired of their parents

voorbeelden zonder am/is/are
I always do my homework.
We often go to the park.

Slide 5 - Slide

oefenen / huiswerk
Student's book: p.46 exerise 2 & 3.
Workbook: p.36 exercise 1  & 2
klaar? Leren MO

daarna kletsen

timer
15:00

Slide 6 - Slide

Today
- Huiswerk bespreken
(Student's book: p.46 exerise 2 & 3)
- Huiswerk: 25 min numo
- Leren voor MO 

Slide 7 - Slide

Today
- korte herhaling adverbs of frequency   
- vocabulary 
- homework
- blooket

Slide 8 - Slide

vocab
student's book: p.47 

Slide 9 - Slide

Homework
Student's book: p.47 exercise 1 tm/ 4
Workbook: p.37 exercise 1 t/m 2        
klaar? leren MO

Slide 10 - Slide

Today
- kort herhalen adverbs of frequency
- Homework
- Blooket / vrije tijd

Slide 11 - Slide

Homework
Student's book: p.50 exercise 1,3 & 4
Workbook: p.40 exercise 1,2 & 3
Klaar? leren MO
timer
15:00

Slide 12 - Slide

Today
- Huiswerk controle / nakijken
- Homework / stilte tijd
- vrije tijd

Slide 13 - Slide

Homework
Student's book: p.48 exercise 1, 2, 4, 5
1&2: lees de tekst en beantwoord de vragen
4&5: vertaal de zinnen
Workbook: p.38: exercise 1,2,3
1: Zet een vinkje bij de zinnen die gaan over iets leuk vinden/positief
2: lees de tekst, zet een vinkje bij de dingen die rex leuk vindt.

timer
11:00

Slide 14 - Slide

Kies de zin waar de adverb of frequency juist is geplaatst
A
Mad my sister is always at me
B
My sister is always mad at me
C
My sister always is mad at me

Slide 15 - Quiz

Choose where the adverb of frequency is placed.

My sister reads crime novels. (Often)
A
My sister reads crime novels often.
B
My sister often reads crime novels.
C
Often my sister reads crime novels.
D
My sister reads often crime novels.

Slide 16 - Quiz

Put the adverb of frequency in the right spot:

Dogs are happy in the woods. (always)
A
Dogs always are happy in the woods.
B
Always dogs are happy in the woods.
C
Dogs are always happy in the woods.
D
Dogs are happy in the woods always.

Slide 17 - Quiz

Wat zijn adverbs of frequency?
A
am / is / are / was / were
B
always / never / often
C
work / play / eat
D
to be / was were / been

Slide 18 - Quiz

Waar plaatsen we adverbs of frequency?
A
Always I play football.
B
I always play football.
C
I play always football.
D
I play football always.

Slide 19 - Quiz

Which word is NOT an adverb of frequency ?
A
always
B
rarely
C
never
D
Yesterday

Slide 20 - Quiz

Wat geeft een adverb of frequency aan?
A
Wanneer iets gebeurt
B
Waar iets gebeurt
C
Hoe vaak iets gebeurt
D
Waarom iets gebeurt

Slide 21 - Quiz

I know how to use the adverbs of frequency.
A
excellent
B
well
C
Hmmmm!
D
I need to study a lot

Slide 22 - Quiz