V1 - Chapitre 2 - D regelmatige werkwoorden op -er

PROGRAMME
  • Vocabulaire
  • Grammaire: regelmatige werkwoorden op -er
  • Évaluation
Aan het eind van de les: 
- kan ik regelmatige werkwoorden op -er gebruiken.
1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

PROGRAMME
  • Vocabulaire
  • Grammaire: regelmatige werkwoorden op -er
  • Évaluation
Aan het eind van de les: 
- kan ik regelmatige werkwoorden op -er gebruiken.

Slide 1 - Slide

Vocabulaire


Je cherche
Je parle
J'aime


Wat valt jou op?

Slide 2 - Slide

parler = praten
ik praat = ...

Slide 3 - Open question

helpen = aider
ik help = ...

Slide 4 - Open question

eten = manger
ik eet = ...

Slide 5 - Open question

uitnodigen = inviter
ik nodig uit = ...

Slide 6 - Open question

Werkwoorden op -er

Slide 7 - Slide

Voeg Franse werkwoorden op -er toe die jij al kent.
Werkwoorden op -er

Slide 8 - Mind map

Lie les mots français aux images.
Koppel de Franse woordjes aan de plaatjes.
Dit zijn allemaal werkwoord op -er.
manger
chercher
adorer
rentrer
demander
payer

Slide 9 - Drag question

Vul aan met de juiste vervoeging.
(1/6) J'(aimer) la cuisine française.

Slide 10 - Open question

Vul aan met de juiste vervoeging.
(2/6) Nous (habiter) près d'un restaurant français.

Slide 11 - Open question

Vul aan met de juiste vervoeging.
(3/6) Mes parents (adorer) aussi ce restaurant.

Slide 12 - Open question

Vul aan met de juiste vervoeging.
(4/6) Le cuisinier (préparer) toujours de grandes portions.

Slide 13 - Open question

Vul aan met de juiste vervoeging.
(5/6) La serveuse (aider) les clients avec enthousiasme.

Slide 14 - Open question

Vul aan met de juiste vervoeging.
(6/6) On (manger) toujours dans ce restaurant.

Slide 15 - Open question

Complète les phrases avec le bon verbe.
Jade et Max ......... les glaces. Il fait 30 degrés à Limoges et 

ils ......... un restaurant avec une terrasse sympa.

 Jade: "Tu ......... la carte Max ? Je vais aux toilettes."

Jade ......... sa glace préférée : la Dame Blanche.

Aujourd'hui, Max ......... l'addition.

Max: "Nous ......... après la glace. D'accord ? "
mange
cherchent
adorent
rentrons
demandes
paye

Slide 16 - Drag question

(1/6) Tu ... les frites?
A
aime
B
aimes
C
aimons
D
aiment

Slide 17 - Quiz

(2/6) Vous ... deux cafés?
A
commande
B
commandons
C
commandez
D
commandes

Slide 18 - Quiz

(3/6) Je ... le thè.
A
préfères
B
préfèrent
C
préfèrez
D
préfère

Slide 19 - Quiz

(4/6) Il ... la carte.
A
demande
B
demandes
C
demandons
D
demandent

Slide 20 - Quiz

(5/6) Thomas ... une pizza.
A
mangent
B
mange
C
manges
D
mangez

Slide 21 - Quiz

(6/6) Thomas et Max ... une pizza.
A
mangent
B
mange
C
manges
D
mangez

Slide 22 - Quiz

Ik kan de regelmatige werkwoorden op -er gebruiken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Au travail
Vocabulaire - week 1
Oefen voor het SO van morgen.
Vocabulaire - week 2
Vocabulaire - week 3
Vocabulaire - week 4
Vocabulaire - week 5

Slide 24 - Slide