This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
Zachte kust
Harde kust
Stranden
Duinen
Zandplaten
Zeedijken
Slide 1 - Drag question
Wat is GEEN oorzaak van bodemdaling in nederland?
A
plaattektoniek
B
delfstoffen winnen
C
smelten van landijs
D
ontwatering
Slide 2 - Quiz
Sinds de watersnoodramp in 1953 in Zeeland is er hard gewerkt aan de veiligheid van Nederland.
Welk project is daarna direct na de watersnoodramp in 1953 gestart om Nederland veiliger te maken?
A
Ruimte voor de rivier
B
Deltawerken
C
Zuiderzeewerken
Slide 3 - Quiz
Op de foto zie je een:
A
harde kust
B
zachte kust
Slide 4 - Quiz
Welk van de twee plaatjes is van de zandmotor na tien jaar?
A
B
Slide 5 - Quiz
Op de foto zie je?
A
Strandsuppletie
B
Zandmotor
C
Vooroeversuppletie
D
Harde kustverdediging
Slide 6 - Quiz
Problemen of dreiging voor NL
Oplossingen
Kustafslag
Zeespiegelstijging
Stormvloed
Zandsuppletie
Klimaatadaptatie
Dynamisch kustbeheer
Slide 7 - Drag question
Zet het proces van zandsuppletie in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
De zeespiegel stijgt langs de kust van Nederland
Langs de kust worden zand opgespoten
De zee wordt direct ondieper en de stranden breder
De duinen worden hoger
Er spoelt minder kust weg
Slide 8 - Drag question
Oorzaken van absolute zeespiegelstijging (2 zijn juist!)
A
Extra verdamping door hogere temperaturen
B
Aangroeien van de ijskap
C
Minder verdamping door hogere temperaturen
D
Afsmelten van de ijskap
Slide 9 - Quiz
Wat is het verhang en verval van stukje A-B?
A
Verval 1000m
Verhang 4m / km
B
Verval 2000m
Verhang 8m / km
C
Verval 4 m / km
Verhang 1000m
D
Verval 8m / km
Verhang 2000m
Slide 10 - Quiz
Het geheel van hoofdstroom en zijtakken noem je het ........ van een rivier.
A
regiem
B
stroomgebied
C
verval
D
stroomstelsel
Slide 11 - Quiz
Welke van de volgende ingrepen in het landschap verkorten de vertragingstijd?
A
Het aanleggen van snelwegen
B
Daken bedekken met sedum (dakbegroening)
C
Het ontbossen van een natuurgebied
D
Het verhogen van dijken
Slide 12 - Quiz
Verbindt de begrippen met de omschrijving
Dwarsdoorsnede van een rivier op een bepaalde plek.
Het gedeelte van een rivier dicht bij de monding.
Het gedeelte van een rivier tussen de bovenloop en de benedenloop.
Het verval van een rivier, gemeten in meters per kilometer.
Het hoogteverschil tussen twee punten langs een rivier.
Doorsnede in de lengterichting van de rivier.
Gebied dat zijn water afvoert via één hoofdrivier met zijn zijrivieren.
Het stelsel van de hoofdrivier en zijn zijrivieren.
De grens tussen twee stroomgebieden.
lengteprofiel
verval
verhang
middenloop
benedenloop
dwarsprofiel
Stroomgebied
Stroomstelsel
Waterscheiding
Slide 13 - Drag question
Verbind de juiste begrippen met de juiste afbeelding
Lengteprofiel
Middenloop
Benedenloop
Dwarsprofiel
Slide 14 - Drag question
Dus.. Wat hoort waar?
Waterscheiding
Stroomstelsel
Stroomgebied
Slide 15 - Drag question
De uiterwaarden liggen in het winterbed
A
juist
B
onjuist
Slide 16 - Quiz
wat zijn kribben?
A
stenen dwarsdammetjes
B
nevengeul
C
dijken
D
kustverdediging
Slide 17 - Quiz
Welke maatregel zie je op de foto?
A
kribverlaging
B
nevengeul
C
dijkverzwaring
D
Retentiebekken
Slide 18 - Quiz
Hoog debiet
Laag debiet
Hoog verhang
Laag verhang
Slide 19 - Drag question
Regiem =
A
een land met een strenge regering
B
schommelingen in de waterafvoer
C
een woestijnrivier
D
gebied wat afwatert op een rivier.
Slide 20 - Quiz
Wat is een piekafvoer?
A
Wanneer er ijs door de rivier stroomt
B
Wanneer er in een korte tijd weinig water door een rivier stroomt
C
Wanneer er in een korte tijd veel water door een rivier stroomt
D
Wanneer de rivier droog ligt
Slide 21 - Quiz
Wat is verzilting?
A
Het wegspoelen van de bodem door water.
B
Het kunstmatig water geven van gewassen.
C
Ander woord voor infiltratie.
D
Het zouter worden van de bodem.
Slide 22 - Quiz
Wat is geen maatregel in het kader van Ruimte voor de Rivier?
A
Kanaliseren
B
Aanleg nevengeul
C
Dijkverlegging
D
Opvangbekken maken
Slide 23 - Quiz
Sleep de oplossingen om de rivier de ruimte te geven op de juiste plaats.
Dijkverhoging
Dijkverlegging
Nevengeul
Uiterwaard
verlaging
Kribverlaging
Slide 24 - Drag question
Door de groene daken wordt de vertragingstijd
A
korter
B
langer
C
regelmatiger
D
onregelmatiger
Slide 25 - Quiz
Afvoeren
Vasthouden
Bergen
Slide 26 - Drag question
Driestapsstrategie
Dwarsprofiel.
Groene dak
Kanalisatie
Plat of hellend dak van een woning of kantoorgebouw dat begroeid is en daardoor een bepaald waterbergend vermogen heeft.
Dwarsdoorsnede van een riviergeul of beek op een bepaald punt, die de waterbreedte en de verschillen in waterdiepte laat zien
Het rechttrekken van een rivier om een betere waterafvoer mogelijk te maken en de rivier vaak ook te voorzien van stuwen (en sluizen) om de scheepvaart gemakkelijker te maken.
Aanpak volgens het Nationaal Waterplan die moet voorkomen dat waterhuishoudkundige problemen worden afgewenteld van het ene gebied op het andere gebied, volgens het principe van vasthouden, bergen en afvoeren van overtollig water.
Slide 27 - Drag question
Drietrapsstrategie
A
Bergen, vasthouden, afvoeren
B
Vasthouden, bergen, afvoeren
C
Afvoeren, vasthouden, bergen
Slide 28 - Quiz
Welk onderdeel van Ruimte voor de rivier zie je hier?
A
Obstakelverwijdering
B
Kribverlaging
C
Uiterwaardverdieping
D
Dijkverlegging
Slide 29 - Quiz
Middenloop
Nevengeul
Noodoverloopgebied
Obstakelverwijdering
Verwijdering van een voorwerp of begroeiing uit het rivierbed, zodat het water vrij kan doorstromen.
Polder die gecontroleerd onder water kan worden gezet om een extreem hoge waterstand in een rivier te verlagen.
Deel van een rivier of beek tussen bovenloop en benedenloop waar erosie en sedimentatie ongeveer in evenwicht zijn.
Extra rivierloop evenwijdig aan de rivier die bij een gemiddelde waterstand en bij laagwater niet of nauwelijks water afvoert, maar die bij hoogwater een deel van de rivierafvoer kan verwerken.