Vraag en aanbod H6

Vraag & aanbod


H6 vervolg

1 / 11
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Vraag & aanbod


H6 vervolg

Slide 1 - Slide

Voorspelbaar gedrag?
De les is begonnen, als ik ben begonnen.Te laat? Haal een groene kaart.


Iedereen heeft materiaal mee, eigen device, dat werkt en opgeladen is. 
Verder heb je een rekenmachine, pen & papier mee (schrift voor dit vak 
of klapper met ringband papier). Wie schrijft die blijft? 
(niet in orde: 'boeken vergeten' in Magister.)

Telefoon is opgeborgen, mag in de 'telefoontas'. Zie ik je mobiel wel? 
Zonder mopperen oranje kaart halen, einde van de dag ophalen bij 
verzuimcoördinator. (Alles op je device mag, indien passend bij les)


Slide 2 - Slide

Leerdoelen H6

Slide 3 - Slide

Spoorboekje
  • Voorspelbaar gedrag
  • Leerdoelen
  • Spoorboekje
  • Deze week t/m 6.23
  • Vermogensmarkt






Slide 4 - Slide

'Voor u gelezen, uit de krant'
Vermogensmarkt?


Klaar? Verder werken in LearnBeat aan H6
timer
0:05

Slide 5 - Slide

Tijd om zelf te werken
Huiswerk deze week is:

H6 afmaken

Nog een stukje arbeidsmarkt lezen?
(na 25 min check in LearnBeat / opgave bespreken)

timer
25:00

Slide 6 - Slide

Wie bepaalt de hoogte van de rente in Nederland?
A
De Nederlandsche bank
B
De Europese Centrale bank
C
De FED (Federal Reserve)
D
de Nederlandse Overheid

Slide 7 - Quiz

Het aanbod van geld wordt geleverd door ...
A
de banken
B
de overheid
C
de leners
D
de spaarders/beleggers

Slide 8 - Quiz

Als de rente stijgt dan:
A
stijgt aanbod van geld en daalt de vraag.
B
stijgt aanbod van geld en stijgt de vraag.
C
stijgt vraag van geld en daalt de vraag.
D
stijgt vraag van geld en stijgt de vraag.

Slide 9 - Quiz

Je gaat naar de bank om de Zwitserse franken die je van je vakantie hebt overgehouden om te wisselen in euro’s.
Op welke markt heeft dit betrekking en is er sprake van aanbod of vraag?
A
Vraag op de vermogensmarkt.
B
Aanbod op de vermogensmarkt.
C
Vraag op de valutamarkt.
D
Aanbod op de valutamarkt.

Slide 10 - Quiz

Leerdoelen check

Slide 11 - Slide