H2.3 Formuletaal les 1

H2.3 Formuletaal
1 / 16
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H2.3 Formuletaal

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

2.3 Formuletaal Leerdoel

Je leert

  • hoe je stoffen met een formule kunt weergeven.
  • de formules van een aantal belangrijke stoffen.
  • de naamgeving van eenvoudige stoffen.

Slide 3 - Slide

De molecuulformule

Atomen stellen we voor als bolletjes met
een elementsymbool. De eerste letter is een
HOOFDLETTER




Cl
H
H
O
O
C
C
O
H

Slide 4 - Slide

De molecuulformule

De atomen kunnen we samenvoegen tot moleculen.

                    CO2                                                                                                          







 




Molecuultekening
C
O
O
H
H
O
Index: geeft het aantal atomen aan (staat rechtsonder het symbool)
H2O

Slide 5 - Slide

De molecuulformule

Meerdere moleculen worden weergegeven met
het
coëfficiënt
. Dit getal komt voor het molecuul te staan.



C
O
O
C
C
C
C
O
O
O
O
O
O
O
O

Hier is de coëfficiënt 5

dus 5CO2

Slide 6 - Slide

Opdracht

Uit hoeveel moleculen en atomen (per soort) bevatten de volgende opgaven:

O2

H2O

4CH4


7C6H12O6

Slide 7 - Slide

Moleculen
De molecuulformule geeft de soort en het aantal atomen in een molecuul weer, je zet de symbolen van de atomen in alfabetische volgorde. 

De index achter het symbool van een atoomsoort geeft aan hoeveel van deze atomen er in een molecuul zitten.
De coëfficiënt geeft het aantal moleculen weer.

Slide 8 - Slide

Elementen

In het periodieksysteem staan alle elementen genoemd. De naam van een element begint altijd met een hoofdletter. De naam van een element kan uit 1 of uit 2 letters bestaan. Wanneer de naam uit 2 letters bestaat, is de tweede letter altijd een kleine letter

Let dus goed op hoofdletters en 

kleine letters.

H  = waterstof
He = helium

Slide 9 - Slide

Claudia Fietst Naar Haar Oma IBreda

De moleculen van deze atomen bestaat altijd uit twee dezelfde atomen:

-Cl2  : Chloormolecuul
-F2    : Fluormolecuul
-N2   : Stikstofmolecuul
-H2   : Waterstofmolecuul
-O2   : Zuurstofmolecuul
-I2     : Joodmolecuul
-Br2  : Broommolecuul


Slide 10 - Slide

Systematisch naamgeving

Slide 11 - Slide

Systematische naamgeving

Slide 12 - Slide

Geef de systematische naam/ formule:

CO
Zwaveltrioxide 

Slide 13 - Slide

Systematische naamgeving moleculen

Slide 14 - Slide

2.3 Formuletaal evaluatie

Leerdoel van deze paragraaf:


  • de formule van een stof afleiden uit de molecuultekening;
  • de formules van elementen geven;
  • de formules van een aantal verbindingen opschrijven als de naam is gegeven;
  • de naam van een aantal stoffen opschrijven als de formule is gegeven.

Slide 15 - Slide

Huiswerk:


Lezen en maken H2.3

Slide 16 - Slide