Mavo 4 vrijdag 3 maart 2023 (MeeM): Lezen en spreken

Bienvenue au cours de français!

vendredi 3 mars

1 / 42

Slide 1: Slide

FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 4

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Lesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bienvenue au cours de français!

vendredi 3 mars

Slide 1 - Slide

Les buts d'aujourd'hui

- Oefenen met spreekvaardig-
heid; jezelf redden in een
Frans restaurant en een
voorwerp omschrijven.

- Oefenen met leesvaardig-
heid;

- Je oefent uitspraak Frans.

Slide 2 - Slide

Aujourd'hui

- Spreken (uitspraak / révision) 20'

- Spreken: een voorwerp omschrijven 30'

- Terugblik 3'

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

les devoirs

- Apprends: vocabulaire examenidioom Quizlet (alles) FN

- Faire: bron G (= ex. 25 t/m 28) (+ bron F van afgelopen dinsdag)

Slide 5 - Slide

Maak de test in Quizlet

Minimale score 60%?

Slide 6 - Slide

quizlet.com

Slide 7 - Link

Mondeling Frans

1) Tekst voorlezen --> uitspraak

2) Vertellen over jezelf (naam, leeftijd, familie, hobby's etc).

3) Franse vragen beantwoorden bijv. tu fais du sport?

4) voorwerp omschrijven

5) situatie: au restaurant

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Au Restaurant

Slide 10 - Slide

Livre de textes

page 121

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Quelques questions ......

- Vous avez réservé une table?

- À quel nom?

- Vous pouvez épeler?

- Vous voulez boire quelque chose?

- Vous préférez la viande ou le poisson?

- Vous avez choisi?

- Qu’est-ce que vous prenez comme entrée / plat principal / dessert?

- Ça a été?

Slide 13 - Slide

Welke letters worden anders gespeld?

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Slide

Anders zijn:

e [u] als in rug

g [zjee]

h [asj]

j [zjie]

w [doublu v]

x [ieks]

y [ie grec]

z [zed]

Slide 17 - Slide

Je moet ook zelf kunnen ......

- begroeten (bij binnenkomst)

- om de rekening vragen

- bedanken

- afscheid nemen.

De ‘ober’ kan ook nog doorvragen als er

zaken niet duidelijk zijn.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Décrire un objet

* la taille

* la couleur

* la forme

*la matière

C'est pour ..............

Slide 20 - Slide

les couleurs

Slide 21 - Slide

De kleuren komen ACHTER het woord waar ze bij horen

C'est un truc bleu

(Het is een blauw ding)

Slide 22 - Slide

les matières: C'est (= het is) .......

... en métal

... en plastique

... en verre

... en coton

... en tissu

... en bois

... en cuir

Slide 23 - Slide

les formes: C'est (= het is) .......

- rond

- carré

- rectangulaire

- triangulaire

Slide 24 - Slide

C'est quoi?

C'est (un truc) rond.

C'est petit.

C'est noir et blanc.

C'est en cuir ou en plastique.

C'est pour jouer au foot.

Slide 25 - Slide

C'est quoi?

C'est rond.

C'est petit.

C'est noir et blanc.

C'est en cuir.

C'est pour jouer au foot.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Bedenk zelf een voorwerp

Omschrijf dit voorwerp in het Frans.

Vertel over:

- grootte

- kleur

- materiaal

- vorm

- waar het voor bedoeld is

Slide 28 - Slide

Kies 3 voorwerpen uit en omschrijf deze in je schrift.

Slide 29 - Slide

Tip: gebruik de 'phrases-clés' van tekstboek blz. 119

Slide 30 - Slide

Au travail

Chapitre 10: source H (online / ex. 29 t/m 32)

Klaar? Oefen met de woordjes in Quizlet (zie link in Magister --> huiswerk)

Slide 31 - Slide

les devoirs

- Apprends: vocabulaire examenidioom Quizlet (alles) FN

- Fais: chapitre 10 souce H (online / ex. 29 t/m 32)

Slide 32 - Slide

Quizlet

Ga nu oefenen met veel voorkomende woorden via onderstaande link naar Quizlet.

https://quizlet.com/521899119/idioom-frans-mavo-4-titus-brandsma-2021-2022-flash-cards/

of via de volgende dia

Slide 33 - Slide

quizlet.com

Slide 34 - Link

www.helmavdboom.nl

Slide 35 - Link

Slide 36 - Slide